It(em) also als jan van rode op en sat(er)daghe lestleden inden rechte dede opdoen hoe/ hij beclaeght hadde pete(re)n van zeebroeck poerte(r) der stad van loeven(e) voe(r) thien/ peters daeraf doen den yersten dach was van welker clagen hij den voirs(creven) pete(re)n/ yesch verreyct te hebben want hij inden rechte niet en qua(m) daer(op) dat doen/ de scepen(en) van loeven(e) beg(er)den te aenhoe(r)en vorsters en(de) getuygen ende de selve/ vorst(er) en(de) getuygen de voirs(creven) clage opentlijc op heden inden rechte gedragen/ hebben ende dat den yersten dach daeraf was op en sat(er)daghe lestleden/ So hevet tvo(n)nisse der scepen(en) van loeven(e) gewijst dat de voirs(creven) jan den/ voirs(creven) pete(re)n vand(er) voirs(creven) clagen verreyct sal hebben nae dat de waerheit/ gedragen heeft cor(am) abs(oloens) witte wynghe willem(air) hortbeke ap(ri)lis xx