Item willem baten woenende te diest in teg(enwordicheyt) d(er) scepen(en) van loeven(en)/ gestaen heeft verhuert ende bekent dat hij verhuert heeft ja(n)ne/ nuwarts die alijten des voirs(creven) willems dochter getruwet/ heeft alle de omberuerlike goede die de voirs(creven) willem met/ alijten wilen van dormale zijnen yersten wive moed(er) d(er)/ voirs(creven) alijten in huweliken stoele houdende was en(de) d(aer) inne hij/ nader selver alijten doot bleven es als tochter te houden te/ hebben en(de) te gebruycken also lange als de voirs(creven) willem leven/ sal voe(r) en(de) om eenen zeke(re)n prijs van gelde d(aer)af hem de voirs(creven)/ willem vanden voirs(creven) janne zijne(n) behouwden zoene bekende/ te vollen vernueght ende betaelt Gelovende de voirs(creven) wille(m)/ den voirs(creven) ja(n)nne zijnen zone vand(er) voirs(creven) hueringen tegen/ eene(n) yegeliken recht warant te zijn en(de) en(de) hem d(aer)af altijt genoech/ te doen also dat hem vast en(de) genoech zijn moege cor(am) wynge/ colen julii ix
//