It(em) Nadat katline daems hadde doen raste(re)n alhier voer xiiii stuv(er)s of d(aer)omtrint henricks/ puttema(n)s wagen en(de) goeden appelman zijn knape daer gesproken en(de) geloeft hadde dat/ te cuelen zo verre de schout gedroege op en maendage lestleden en(de) dit op eene(n)/ banduyn van vi stuv(er)s So boot hoer de voirs(creven) henric ten selven tide vii stuv(er)s die hij/ hoir kynde sculdich te wesen de welke de voirs(creven) katline zond(er) d(aer)toe te hebben/ vii stuv(er)s die zij seide van coste d(aer)op gegaen te zijne des hoir de voirs(creven) henrick boet/ ii boeten alsulke die billix zijn souden na rechte des de voirs(creven) katline niet doen en/ wilde En(de) d(aer)om heeft de voirs(creven) henric hier ond(er) scepen(en) gestelt ix stuv(er)s te goed(er)/ rekeni(n)gen dit geschiede sdonred(aeghs) xv dage in januario cor(am) hortbeke m(er)sberghe
//