SAL7752, Akte: V°298.3 (1307 van 1440)
Akte V°298.3
Act
Transcriptie
2012-11-16 door Jos JonckheerIt(em) na dat ghijsbrecht schoutvlieghe als geleidt totten goeden thoemaes /de bussche(re) scepen(en) voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven hadde in recht /betogen en(de) dach bescheiden katlinen gerarts va(n) zeke(re)n haefliken /goeden die zij den voirs(creven) thomaese te huwelike geloeft zoude hebbe(n) /gehadt en(de) de voirs(creven) katline meynde dat zij d(aer)af tegen hem gheen /recht plegen en zoude hij en soudse te voren moeten beclagen /want zij hem ontkende e(n)nige have ond(er) te hebben den voirs(creven) thomase /toebehoe(re)nde en(de) het niet dan toeseggen en(de) geluften en wae(re)n dair /hij hoe(re) af wilde aenspreken So hebben de scepen(en) van loeven t(er) /maniss(e) smeyers gewijst voe(r) een vo(n)niss(e) zo v(er)re de geleidde d(er) /voirs(creven) katlinen va(n) e(n)nigen geluften of toeseggene aenspreken /wilt dat hij hue(r) dan dach bescheiden sal als recht cor(am) scab(inis) in sca(m)pno maii ii/
Nagekeken door: Inge Moris , Paul Peeters , Sabrina Keyaerts
Moderator: Sabrina Keyaerts
Laatste update:: 2012-11-16 door Sabrina Keyaerts