It(em) want vand(er) afgu(n)st die de voirs(creven) jacob droegh of hebbe(n) mochte totte(n) voirs(creven) ja(n)ne/ stors mids den wechleydene van desselfs jacobs dochte(r) die hij getruwt heeft/ en(de) and(er)s de zelve jacob zeke(re)n peys en(de) v(er)zueni(n)ge by rade en(de) ond(er)wise va(n)/ vriende(n) heeft laten maken en(de) hem mids dien alrehande p(or)cheele(n) va(n) goede(n)/ gegeve(n) en(de) late(n) volgen En(de) de voirs(creven) jan in dien peyse geloeft en(de) toegeseeght/ heeft dat hij nyema(n)s borge w(er)den en sal va(n) gheenen saken zond(er) (con)sent vande(n)/ voirs(creven) zine(n) zweer alsoe lange hij leeft en(de) na zijn doot zond(er) (con)sent vande(n) voirs(creven)/ drie ande(re)n p(er)sone(n) inde(n) voirs(creven) brief staende En(de) dat hij oic in gheene(n) toecomen(de) tide(n)/ v(er)setten belasten noch v(er)copen en sal e(n)nige o(m)beruerlike goede va(n) zij(n)s wijfs zide(n) gecome(n)/ zond(er) (con)sent va(n) zijns wijfs bruede(re)n en(de) zuste(re)n oft den meeste(n) deele va(n) hen So es/ vorw(er)de zo v(er)re de voirs(creven) jan de voirs(creven) geluften volcomelic niet en hielde mair/ dair tege(n) dade in e(n)nig(er) manie(re)n dat dan de voirs(creven) p(er)sone oft deen va(n) hen de vors(creven)/ so(m)me va(n) pe(n)ni(n)gen aen hem en(de) zijn goede v(er)reycken selen moege(n) en(de) dan die/ beke(re)n na hue(re)n vryen wille voe(r) alsulken goede en(de) goetdoen als de voirs(creven)/ jacob hem nu gedaen heeft eisd(em)