Cu(m) (con)di(ci)[o(n)e] dat hij hem hiermede sal moege(n) behulpe(n) dat hij/ scadeloes gehouden en(de) onthaven worde van alsulken drie rid(er)s/ lijfpens(ien) als dair voe(r) hij alsnu voe(r) notar(is) en(de) getuigen/ v(er)antw(er)t en(de) geloeft heeft aen meest(er) ja(n)ne cornet die de/ selve lijfrente met scepen(en) brieve(n) va(n) loeve(n) spreken(de) heeft/ opten voirs(creven) ja(n)ne kijne(n)zoen en(de) zeke(re)n zine(n) borge(n) eisd(em)