It(em) de voirs(creven) meest(er) jacob alse p(ro)cureur (et)c(etera) heeft gegeven en(de) bekindt/ gegeven te hebbe(n) loenijsen van bierbeke goirde crabbe en(de) janne
//
milet alle woenen(de) te bierbeke drie vie(re)ndeel vander grot(er) thienden/ van bierbeke met allen heurer toebehoirten uutgenomen te belandenen/ te mairbeke en(de) te nedervelpe Te houden te hebben en(de) te gebruycken/ van s(in)t jansmisse lestleden een jair langh voe(r) en(de) om tsestich ja/ mudden rogs drie mudden t(er)wen xxx mudden g(er)sten en(de) xxx/ mudden evenen all goeds en(de) payabels corens der maten va(n) loeven/ ts(in)te andriesmisse vallen(de) ende ombegrepen tusschen dat en(de) beloken(en)/ paeschen te betalen en(de) te loeven te leve(re)n alse vervolghde schout/ met vorwerden dat de voirs(creven) pechteners voe(r) de voirs(creven) xxx mudde/ g(er)sten betalen selen xxx rijnsch(en) gulden(en) te xx stuv(er)s tstuck half/ te kersmisse en(de) half ts(in)t jansmisse Voerts heeft de voirs(creven) meester/ jacob bekendt gegeven te hebben den voirs(creven) loenijse goirde crabbe/ en(de) janne mylet drie vie(re)ndeel vander cleynder thienden van bierbeke/ met allen heurer toebehoirten gelijc zij die inde prochie va(n) bierbeke/ te wat plaetsen dat ald(air) zij en(de) oic tot ned(er)velpe houdende zijn/ uutgenomen de hoeythiende en(de) de hout thiende d(air) inne zij gheen/ recht hebben en selen noch oic inde cleyn thiende bynnen svors(creven) p(ri)oers/ hove Te houden te hebben en(de) te gebruycken den voirs(creven) t(er)mijn lang/ voe(r) en(de) om dertich rijnsch(en) gulden(en) te xx stuv(er)s tstuck deen helicht/ te kersmisse en(de) dander helicht ts(in)t jansmisse te betalen quo(li)[b(et)] ass(ecutu)[m]/ En(de) es vorwerde zo verre de voirs(creven) pechteners e(n)nighe schade leden/ aen de voirs(creven) thiende van tempeeste oft gemeynen oirloghe dat/ de voirs(creven) prioer hen dairaf rastoir en(de) verguetsinghe doen sal gelijc/ ande(re) he(re)n en(de) p(re)late ald(air) omtrint heuren thiendene(re)n doen selen van/ welken twee thienden voirs(creven) de voirs(creven) loenijs dander vie(re)ndeel va(n) voe(r)/ genomen en(de) verpacht heeft gelijc zeke(re) scepen(en) brieve van loeven/ d(air)op gemaict octobr(i) iii a(n)no lxix dat begripen En(de) alle dese/ vorwerden (et)c(etera) eisd(em)