SAL7761, Akte: R°125.3-V°125.1 (366 van 650)
Akte R°125.3-V°125.1
Act
Datum: 1473-03-04
Transcriptie
2020-08-22 door Walter De SmetHenrick metten gelde/
It(em) na dat op heden alhier in rechte comen zijn jan coreman die wyn geweest/
es henricks vander brugghen geheten metten gelde van zek(ere)n zinen goeden/
te leefdale gelegen als aenlegge(r) in deen zijde en(de) de selve henr(ick) in dande(re)/
alse van zek(ere)n eyschinghen die de voirs(creven) coreman yesch den voirs(creven) henr(ick)/
van dat hij jan tsijnen afscheiden vanden voirs(creven) goeden dairop meer/
gedaen hadde dan hij na begrijp vander pechtinghen oft nemingen der/
selver goede sculdich was te doene cle(re)nde dair(af) de poenten en(de) thoeniss(en)/
bileggende Dair tegen de voirs(creven) henrick in zijnen verantwerden oic allegeerde/
zeke(re) punten van gebreke die hij tot den voirs(creven) janne seyde te hebben va(n)/
//
meswynnen(en) der voirs(creven) goede welke gebreke hij oic opdede en(de) boed te/ thoenen p(rese)nte(re)nde dair na en(de) voer e(n)nich vo(n)nisse dat hij hem vanden/ gebreken die zij ten beiden zijden vanden voirs(creven) meerdoene oft/ mindoene hebben mochten ke(re)n woude in erdwynnen en(de) oft zij/ bevonden janne meer gedaen te hebben opte voirs(creven) goede dan hij nae/ begrijp vander nemi(n)ghen sculdich was te doen dat woude hij hem/ op richten bij also dat jan hem oprichte van desmen bevonde hem/ min gedaen te hebben dan hij sculdich was te doene en(de) all ten/ goetdunckene der selver erdwynnen Welke p(rese)ntacie de voirs(creven) ja(n) alsdoen/ niet aen en nam Also dat dair na de scepen(en) gemaend zijnde wijsden/ voe(r) een vo(n)nisse so verre jan henricks p(rese)ntacie niet aen nemen en/ wilt dat zij dan thoenisse van beiden zijden beg(ere)n taenhoiren en(de)/ dae(re)nteynden recht Dwelc also gewijst zijnde de voirs(creven) jan de voirs(creven)/ p(rese)ntacie ae(n)nam Cor(am) eisd(em)
//
meswynnen(en) der voirs(creven) goede welke gebreke hij oic opdede en(de) boed te/ thoenen p(rese)nte(re)nde dair na en(de) voer e(n)nich vo(n)nisse dat hij hem vanden/ gebreken die zij ten beiden zijden vanden voirs(creven) meerdoene oft/ mindoene hebben mochten ke(re)n woude in erdwynnen en(de) oft zij/ bevonden janne meer gedaen te hebben opte voirs(creven) goede dan hij nae/ begrijp vander nemi(n)ghen sculdich was te doen dat woude hij hem/ op richten bij also dat jan hem oprichte van desmen bevonde hem/ min gedaen te hebben dan hij sculdich was te doene en(de) all ten/ goetdunckene der selver erdwynnen Welke p(rese)ntacie de voirs(creven) ja(n) alsdoen/ niet aen en nam Also dat dair na de scepen(en) gemaend zijnde wijsden/ voe(r) een vo(n)nisse so verre jan henricks p(rese)ntacie niet aen nemen en/ wilt dat zij dan thoenisse van beiden zijden beg(ere)n taenhoiren en(de)/ dae(re)nteynden recht Dwelc also gewijst zijnde de voirs(creven) jan de voirs(creven)/ p(rese)ntacie ae(n)nam Cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Jan Boncquet
Moderator: Jan Boncquet
Laatste update:: 2016-05-10 door Xavier Delacourt