SAL7761, Akte: V°57.3-R°58.1 (186 van 650)
Akte V°57.3-R°58.1
Act
Datum: 1472-11-10
Transcriptie
2020-05-09 door Walter De SmetIt(em) na dat op heden weder comen zijn in trecht alhier jan van ost alse/
p(ro)cureur meester jans trabuckier geleidt zijnde tot den goeden anthoenijs/
madea in deen zijde en(de) jannes robbijns alse p(ro)cureur h(ere)n henricks van/
witham he(re) te boutershem (et)c(etera) ter ande(re) aldaer de voirs(creven) van ost begonste/
voert te varen inder saken tusschen de voirs(creven) p(ar)tien overlangh alhier in/
rechte geport meynende de selve van ost dair inne wel te moege(n) voert/
varen mids zek(ere)n redenen ende zunderlinghe mids den vo(n)nisse dien/
aengaende gelopen oct(obris) ultima lestleden dwelck de voirs(creven) van ost dede/
lezen Dairop de voirs(creven) robbijns hielt ter contrarien dat de voirs(creven) van/
ost niet voertvaren en soude hij oft zijn meester en soude goede borchtocht
//
zetten voe(r) de sake(n) van reco(n)vencien die de voirs(creven) m(ijn) he(re) van boutershem den/ voirs(creven) anthoenisen weder eyschende ware die ze(re) groot en(de) lestich waren/ Seyde oic dat de voirs(creven) van ost niet voertvaren en soude nae de/ brieve en(de) mandamenten onss gened(ichs) h(ere)n voe(r) den voirs(creven) van bout(er)shem/ alhier anderwile gesonden dwelck een noch gheen den voirs(creven) van/ ost aen tvoertvaren letten en soude also hij hoopte want zijn vors(creven)/ wederp(ar)tie heure met den selven en(de) meer ande(re)n pointen voertiden/ hadde gepijnd te behulpen boven den welcken tvoirs(creven) vo(n)nisse gegaen/ wae(re) (et)c(etera) So hebben de scepen(en) van loeven gewijst dat zij bliven bij/ alsulken vo(n)nisse als zij voe(r) dairaf gewijst hebben niet wed(er)staen(de)/ der calaingien Cor(am) eisd(em)
//
zetten voe(r) de sake(n) van reco(n)vencien die de voirs(creven) m(ijn) he(re) van boutershem den/ voirs(creven) anthoenisen weder eyschende ware die ze(re) groot en(de) lestich waren/ Seyde oic dat de voirs(creven) van ost niet voertvaren en soude nae de/ brieve en(de) mandamenten onss gened(ichs) h(ere)n voe(r) den voirs(creven) van bout(er)shem/ alhier anderwile gesonden dwelck een noch gheen den voirs(creven) van/ ost aen tvoertvaren letten en soude also hij hoopte want zijn vors(creven)/ wederp(ar)tie heure met den selven en(de) meer ande(re)n pointen voertiden/ hadde gepijnd te behulpen boven den welcken tvoirs(creven) vo(n)nisse gegaen/ wae(re) (et)c(etera) So hebben de scepen(en) van loeven gewijst dat zij bliven bij/ alsulken vo(n)nisse als zij voe(r) dairaf gewijst hebben niet wed(er)staen(de)/ der calaingien Cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Jan Boncquet
Moderator: Jan Boncquet
Laatste update:: 2016-04-27 door Xavier Delacourt