Item na dien dat goird kerstiaens in rechte comen es voe(r) meye(r) en(de)/ scepen(en) van loeven tegen arnde vanden broecke alse van dat de/ selve arnd den voirs(creven) goirde gehuert soude hebben en(de) hem/ als huerlingh te wercke gestelt en(de) dat hij van dier hue(re)n/ van zek(ere)n jairen in gebreke wae(r) ende ombetailt D(air)af hij p(rese)nteerde/ zijnen eed zijnen verdienden loon van pijn ende arbeide te groetsen/ Seggende voirt dat hij vander selver verdiender hue(re)n met/ den voirs(creven) arndt op en(de) af gerekend hadde en(de) kerve dairaf/ gemaict Dair op de voirs(creven) arnd vanden broecke antwerde/ zeggende dat de voirs(creven) goird want hij sone es vander/ huysvrouwen des vors(creven) arnds die hij getruwt hadde zo heeft/ de selve arnd den voirs(creven) goirde (christ)iaens van vrientscapen/ gehouden met onder title van eenen huerlingh want hij hem/ te meer stonden aengesocht heeft oft hij hem verhue(re)n woude/ dat de selve goird dairop antworde neen mair woude zijns/ selfs man zijn ende ongebonden van dienste dwelck hij p(rese)nteerde/ te thoenen (et)c(etera) en(de) tot dien zijnen eed dat hij met goirde h(ier)af/ niet gerekendt en heeft noch kerve gemaict noch oic noeyt/ en huerde Es ierst thoenisse ten beiden zijden gehoirt zij(n)de/ gewijst so verre de voirs(creven) arnd zijnen eed dade also hij dien/ gep(rese)nteert heeft dat hij der aenspralen ongehouden zij(n) soude/ wellcken eed hij gedaen heeft Cor(am) roelofs lyemi(n)gen b(er)ghe/ vos heyk(ens) feb(ruarii) xxiii