Item na dien dat h(er) philips van scoenhoven ridde(r) in hachten hadde doen/ houden eenen geheten henrick de mu(n)te(re) voe(r) tvoldoen van zek(ere)n scepen(en)/ brieven van loeven sprekende vander pechtinghen des hoofs tsvoirs(creven)/ h(ere)n philips gelegen te weterbeke ende dair na de voirs(creven) h(er) philips/ ter eenre zijden en(de) de voirs(creven) h(er) henrick de mu(n)te(re) ter ande(re) comen/ zijn in rechte voer meye(r) ende scepen(en) van loeven Aldair de voirs(creven)/ h(er) philips versochte zijne voirs(creven) scepen(en) brieve bij den voirs(creven) henricke/ als borghe willems keye die principael wyn was des vors(creven) hoofs/ en(de) tselve hof hadde laten staen en(de) dair uut gescheiden zonder/ hem te voldoene Dairop de voirs(creven) henrick antwerde seggende/ dat na dat de voirs(creven) willem keye hem vanden voirss(creven) hove afhendich/ gemaict hadde de voirs(creven) henrick met eenen geheten wouter gheerds/ alse borghen des voirs(creven) willems tvorscr(even) hof tot heurer lossinghen/ behoef aenveerd hadden en(de) een wile tijds tsamen hielden En(de)/ dair na zo wert tusschen den selven henricken ende woute(re)n/ bij middele toedoene en(de) consente des voirs(creven) h(ere)n philips getracteert/ dat de voirs(creven) wouter de voirs(creven) goede alleene soude bliven houden(de)/ en(de) dat de selve h(er) philips doen geloofde den selven henricken h(ier)af/ te quiterene als den selven henricken geliefde en(de) hadde hij h(er) philips/ penne ende ynck gehadt hij soude hem doen quitancie gegeve(n) hebben/ biedende dese poenten te thoenen Ende na dien dat de vorscr(even)/ henrick zijn thoenisse geleidt heeft ende de scepen(en) de sake van/ dien gesett hebben in handen vander stad ende de sake van/ dien met alle der handelinghen voer hen geschied bijden raide/ vander stad overbracht hadden so es bijden selven raide ierst/ ripelijcken dair op gelett getermineert dat de voirs(creven) henrick de/ mu(n)te(re) vander aenspraken h(ere)n philips voirscr(even) ongehouden zal zijn/ Act(um) in pleno (con)silio junii xvi