It(em) vranck cluetinck pelsmake(r) ende barbele zijn wijff hebben gelooft/ ombesundert onv(er)scheiden ende elc voer all hanssen bye en(de) vrancken/ de roede aut alt(er)i sesse l(i)b(ra) xvi s(chellinge) iiii d(eniere) gr(ote) vleemsch een/ l(i)b(ra) dairaff inde bamisse merct naistcomende een l(i)b(ra) inde sinxen/ merct vervolgen(de) ende alsoe voirt telken der voirs(creven) t(er)mijnen een/ l(i)b(ra) d(air)aff te betalen tot dat all betailt zall zijn Met condicien so/ verre zij e(n)nighen t(er)mijn lieten ov(er)gaen ombetailt dat dan all gevalle(n)/ sall zijn Moesten oic de vors(creven) hanssen oft vranck of yemant/ and(er)s bij fauten van betalingen e(n)nich vervolgh doen dat zij [alle] alsulke(n)/ costen van montcoste ende anders alse zij oft e(n)nich van hen d(air)om/ dair om mochten lijden betalen sullen gelijc den principalen Ende/ want noch tuschen p(ar)tien in geschille staen drie l(i)b(ra) gr(ote) vleemsch/ die de gehuyschen seggen betailt te hebben en(de) de vors(creven) vranck de/ roede sustineert de contrarie So hebben gelooft de vors(creven) gehuysche(n)/ ind(ivisum) als voe(r) dat zij ter naester merct comen sulle(n) bij tregister/ vanden vors(creven) hanssen en(de) so v(er)re dair bevonden wort dat zij d(air)inne/ gehouden zijn dat zij in dien gevalle de vors(creven) yerste so(m)me betailt/ zijnde die betalen sullen ten vors(creven) t(er)mijnen en(de) op de cond(icien) vors(creven)/ cor(am) tybe tants aug(usti) xiiii