It(em) de voirs(creven) jan vand(er) hofstad in p(rese)ncia heeft gekint en(de)/ gelijdt dat hem de voirs(creven) denijs zijn oom volcomelijck/ gelost en(de) afgequete(n) heeft alsulke(n) pet(er) lijftochte(n)/ met vollen pachte en(de) allen acht(er)stelle(n) v(er)schene(n)/ als de selve jan hadde op den voirs(creven) denijse zijne(n)/ oem en(de) zij(n) goede d(air)af zij ov(er)lang alhier beyde inde/ banc voir meye(re) en(de) scepen(en) van loven(e) en(de) oic voir/ den raide van des(er) stad in rechte gestaen hebben en(de)/ d(air) inne de voirs(creven) denijs met seke(re)n t(er)mi(n)acien van des(er)/ stad d(air)op gegeve(n) gedue(m)t was bekynnen(de) hem d(air)af/ en(de) van allen costen en(de) laste(n) d(air)uuyt gespruyt volcomelijc/ genoech voldaen zijnde scelden(de) mits dien volcomelijc/ quijte den voirs(creven) zijne(n) oem zijn goede d(air) voi(r)e v(er)oblig(eer)t/ en(de) alle ande(re) dien dat e(n)nichssins ae(n)gaet Promitte(n)s/ nullaten(us) alloqui sed war(andizare) Coram eisd(em)