It(em) de voirs(creven) gerardt en sal hem mette(n) voirs(creven) brieve/ opden voirs(creven) lyebrechte oft zijn goede niet vorde(r)/ moege(n) behulpen dan te v(er)halen en(de) te v(er)reyken/ alle alsulken wettich gebreck als gerardt mocht/ hebben aen arnde wilen svorst(er)s des voirs(creven) lyebrechts/ vad(er) met scepen(en) brieve(n) van loven(e) oft van hale(n)/ d(aer)inne de selve arndt ten voirs(creven) gerarde weert/ v(er)bonden stont Eisd(em)