SAL7778, Akte: R°398.1-V°398.1 (778 van 812)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°398.1-V°398.1  
Act
Datum: 1493-06-04

Transcriptie

2018-02-28 door Walter Winnelinckx
Item de voirs(creven) willem van ghele heeft gecleert bij zijnd(er)/
bescheydenheid dat de bate vand(en) voirs(creven) huyse/
vercocht is negen rynsgulden(en) erflijc den d(enier) xviii/
nu ter tijt loop hebben(de) met rechte en(de) op hoege(n) met/
zijnen behorlijcke(n) kercgeboden en(de) ten bijsijne der voirs(creven)/
wed(uw)[en] voe(r) de schult van vie(r) rijders te xxviii stuv(er)s/
tstucke iii pl(a)c(ken) den stuv(er) erflijc vercregen opten lesten/
dach van januar(io) a(n)no lxxxii lestleden Ende want/
tvierstael alsdoen dede ii(½) st(uvers) en(de) xv gr(oten) Soe sijn de vier/
rijders geestimeert op lxxx rinsgulden(en) xii stuv(er)s en(de) xv gr(oten)/
en(de) de verloepe(n) rinte van drie jae(re)n op xvi r(ins) guld(en) xvi stuv(er)s Soe compt willem(me) tsame(n) xcvii r(ins) guld(en)/
viii stuv(er)s xv gro(ten) tvierstael gerekent op twee stuv(er)s/
Ende want de voirs(creven) vie(r) rijders vie(r) maende(n) gevalle(n)/
zijn soe heeft hem de voirs(creven) aernt gegeven de pri(n)cipale/
pe(n)ni(n)gen van i(½) stuv(er) en(de) xvi mit(en) erflijck Soe ov(er)t/
daer drie rinsgulden(en) en(de) eene(n) halve(n) erflijck die/
den voirs(creven) willem(me) bekint zijn te dier meyni(n)gen/
want hij warantscap gelooft dat oft men bevonde/
meer uute(n) voirs(creven) goede(n) gaen(de) dan de voirs(creven) xlvii/
stuv(er)s dat willem dat aen(den) voirs(creven) iii(½) rinsgulden(en)/
verhalen soude moege(n) met alle coste(n) en(de) co(m)me(r)/
en(de) oic dat willem van gheele de voirs(creven) iii(½) r(ins) g(ulden)/
sal moege(n) aenveerde(n) oft sijne nacomeling(en) nae de/
doot vand(er) voirs(creven) wed(uw)[en] in mi(n)dernissen van tgene/
des hem willem lobbe noch tachters zijn mach/
Dair toe hij oick geleydt is die met zijnd(er) huysvr(ouwe)/
erfman is vand(en) voirs(creven) iii(½) rinsgulden(en) Item de/
hoegen(en) gedragen ii(½) r(ins) gulden(en) en(de) den wijn/
gedraecht xxxv stuv(er)s dair af hij betaelt heeft/
tgelach gedragen(de) ii rinsgulden(en) den clerck die/
twee reysen op tvercoepen geseten heeft want/
ter yerster reysen niet vercocht en was xii/
stuv(er)s Item voe(r) de guedinge xxviii stuv(er)s ende/
tsurplus heeft de wed(uw)[e] met voirweerde(n) oick/
dat soe wa(n)neer de voirs(creven) arnt de twee r(ins) guld(en)/
erflijc aflecht dat hij de geheele pontpe(n)ni(n)gen/
dragen sal Item is oic voirweerde dat soe wa(n)neer/
de voirs(creven) willem lobbe en(de) zijn huysvr(ouwe) den voirs(creven)/
willem(me) van ghele contente(re)n vand(en) beleyde
//
dat hij op huer goeden heeft hem de voirs(creven) iii(½) r(ins)/
gulden(en) erflijck volgen sulle(n) en(de) niet eer/
Behalve oick dat willem van ghele zijn/
actie behouden sal vand(en) vie(r) rijders die lod(ewijck)/
van maerbeke gelooft heeft te betalen(e) vand(en)/
vie(r) jae(r) gevalle(n) Eisd(em)
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2015-11-03 door Jos Jonckheer