Vander questien die gecomen is voir den raide vand(er)/ stad tusschen willem(me) ricx geheete(n) inden olifant/ briede(r) ter eenre en(de) gorijse van dyeven ter ande(re) zijde/ aangaen(de) der betaling(en) van zesse rijd(er)s te kersmisse
//
lestlede(n) gevallen van dien tweelf gelijke rijders/ die de voirs(creven) gorijs heeft met scepen(en) brieve(n) va(n) loeven(e)/ vand(er) daet fe(bruarii) post d(omi)nica(m) qua cantatur quasi modo a(n)no/ lxxiii aen ende op de ca(m)me geh(eten) den olifant wijlen/ des voirs(creven) gorijs nu des voirs(creven) willems elken rijder/ dair af te xxvii st(uvers) mu(n)ten shertogen van bourg(oign)[en]/ van brabant (et)c(etera) voir datu(m) des voirs(creven) briefs gemunt/ gelijck de voirs(creven) brieve dat inhouden Welke betalinge/ de voirs(creven) willem(me) p(re)tendeerde te doene met stuv(er)s met/ sterten te weten(e) ix neghe(n)me(n)nekens voir elken der/ voirs(creven) stuvers ge(re)kent en(de) dair mede te gestane te/ voirde(r) want hij tande(re)n tijden alsoe hij seyde den voirs(creven)/ gorijse van des(er) selver questien betogen hadde voir/ den raide vander stad en(de) dat alsdoen get(er)mineert/ was dat hij dair mede soude gestaen en(de) almocht de/ voirs(creven) gorijs hun namaels betogen hebben voir den/ gheestelijken hee(r) ende aldair met rechte op hem gewo(n)nen/ hebben dat hij voir elken stuver hadde moete(n) betalen/ seve(n) braspe(n)ni(n)g(en) sustineerde want hij nu weerlijke/ offitie hadde en(de) gheen clerck meer en was dat hij/ metter yerster betalingen soude gestaen Dair teg(en) de/ voirs(creven) gorijs sustineerde de contrarie dat hem betalinge/ soude gebue(re)n alsoe die lestwerf geschiet en(de) hij met/ vo(n)nisse int gheestelijck recht op hem gewon(n)e(n) hadde/ met meer woirden bij p(ar)tien gealligeert Es bijden raide/ vander stad notabelijck vergadert zijnde p(ar)tie(n) uitgesproke(n)/ en(de) get(er)mineert voir recht dat de betalinge soude/ gebue(re)n in alsulken weerden als de leste betalinge/ geschiedde en(de) dit sonder p(re)judijs van eenyegelijcx/ rechte totter tijt toe anders bijden lande oft anderssins/ met rechte soude sijn versien act(um) in (con)s(ili)[o] opidi febr(uarii) xxiiii