Cont zij allen lieden dat h(er) anthonis bruyni(n)x ende/

henrick de heymo(m)mez als pechten willem va(n) ru(m)men(e)/ prieste(r) vicecureyt van corttenaken jan vanden kerchove/ sone henr(icx) ende arndt vand(en) driessche sone/ jans woenen(de) te corttenaken in p(rese)ntia hebben
//
genome(n) ende bekint genomen te hebben(e) van abel/ vander grafscepe prochiaen van corttenaken voirs(creven)/ sijne thiende van corttenaken soe die der prochiae(n)scap/ aldair toebehoirt uuytgenomen de thiende geheete(n)/ novalia ende twee mudd(en) rogs ende twee mudd(en)/ g(er)sten die de selve p(ro)chiaen heeft vander grooter/ thienden Te hebben(e) dit jair xcix om ende voe(r)/ achthien mudden rogs achthien mudden have(re)n alsulcx/ grains als vander thienden comen sal pag(abilis) cu(m) va(n)no/ mens(ur)[e] diesten(sis) ende achthien ryns guld(en) te xx/ stuvers tstuck in alsulken valu(r)e als ten tijde vand(en)/ valdage te loeven(e) gancbair wesen sal half te/ lichtmesse ende half te paesschen te betalen(e) en(de)/ tgraen te corttenaken te leve(re)n quol(ibe)t ass(ecutu)[m] et/ p(ri)m(us) renu(n)c(ians) alios de octodecim renen(ses) et alii/ eu(m) de grano Cor(am) pynnock hermeys maii xxvii