SAL7783, Akte: V°349.2-V°350.1 (669 van 711)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°349.2-V°350.1  
Act
Datum: 1499-06-15

Transcriptie

2020-06-24 door Willy Stevens
Sijn bleven ende gevallen den voirs(creven) jacoppe in/
sijnre deyling(en) de goeden rinten chijsen ende erfpachte(n)/
nae bescreven Te weten(e) yerst een dach(mael) lants geleg(en)/
te roosbeke tusschen de goede(n) jans de welde ende/
arnts de raymake(re) It(em) tderdendeel vand(en) steyne(n) brugge(n)/
inde middelt geleg(en) neven de goeden arnts sa(n)nen ende/
lod(ewijck) mu(n)ters It(em) de helicht van (½) boend(er) lants gelegen/
opden cleynen couthe(r) tusschen den lovenschen wech/
en(de) de goeden peeters noppenay It(em) een stuck lants geleg(en)
//
opt couterken tussschen de cout(er)grecht ende henricx van landen(en)/
goeden It(em) een dach(mael) lants voir couthe(r) leen goet tusschen/
de goede der erfgenamen mu(n)ters ende der erfg(enamen) henr(icx) smans/
It(em) i(½) dach(mael) lants geleg(en) omtr(int) den hove van willebringen/
en(de) dit es coerlant tusschen de goeden henr(icx) van landen(en)/
ende der erfgename(n) h(er) jans uuyten lyemi(n)gen It(em) i mol(evat)/
rocx erfs pachts op een huys jans alen te roosbeke/
It(em) zesse st(uvers) erflijck opten thienden beempt geleg(en) te/
roosbeke toebehoiren(de) willem(me) van kersbeke It(em) een huys/
inde vetterie gelegen metten hove achter uutgaen(de) inden/
bruel tusschen de goede jans ouderogge ende aelbrechts/
de pu(n)dere It(em) de helicht van eenen beempde te werchte(r)/
geleg(en) houden(de) int geheele vijf dachmael int scoubroeck/
geleg(en) tusschen de goede peeters vranx ter eenre de deeme(r)/
ter ande(re) katlijnen baten ter derder ende de scoubroeckst(ra)te/
ter vierder zijd(en) It(em) i mudde rocx erfs pachts op seke(re)/
goede jans de moer te rotselair It(em) noch seven stuvers/
erflijck op seke(re)n goeden te rotselair It(em) drie cap(uynen) ende drie ouden grooten erflijck opde smisse te herent It(em) acht/
stuvers erflijck op i beempdeken geheeten den cloot geleg(en)/
te wespelair It(em) i(½) mudde rocx erfs pachts op seke(re)/
goede scost(er)s van winxele te winxele geleg(en) It(em) iii(½) dach(mael)/
lants geleg(en) te herent op dlangrodevelt tusschen de goede/
lod(ewijcx) de rijke ter eenre willems dibbout t(er) ande(re) willems/
baten ter derder en(de) h(er) jans van dyeven t(er) vierder zijd(en)/
It(em) noch drie vierdel lants aende moelen te herent tusschen/
de donckerstrate ende de goeden vrancx vander hulst It(em)/
noch drie vierdel lants achter oesterhem tusschen de goed(en)/
raes de rijke en(de) meester lod(ewijck) roelants It(em) i(½) dach(mael)/
lants gelegen aenden berch boven de moelen aldair tusschen/
de goede lod(ewijcx) roelofs henr(icx) de rijke ende de kerke van/
herent It(em) noch (½) dach(mael) lants geleg(en) opt groot broecvelt/
in eenen stucke tusschen de goede raes de rijke ende/
henricx marien It(em) vii(½) halste(re)n rocx erfpachts op/
vijf boende(r) lants geh(eeten) den slange(n)poel geleg(en) te berthem/
tusschen den wech van duysborch te loeven(e) wert gaen(de)
//
ter eenre gerardus duys t(er) ande(re) jans van boech(out) ter derder/
ende robbeerts diericx ter vierder zijd(en) It(em) noch (½) mudde/
rocx erfs pachts op een boender lants geheeten de cleyn/
lasendelle gelegen torme(n)dale met huer(er) toebehoirten tusschen/
de goede jans peet(er)sels ter eenre d(er) vrouwen vand(er) voe(re)n/
ter ande(re) ende jans van dyeven ter derder zijd(en) It(em)/
iiii(½) mol(evaten) rogs erfs pachts tvijfste deel van eenen mol(evat)/
rogs en(de) noch de helicht vand(en) vijfsten deele van i/
mol(evat) rocx erfs pachts op een block met huyse ende/
hove te cortbeke gelegen tusschen de strate van cortbeke/
te loeven wert gaen(de) ter eenre de goeden willems smisman/
ter ande(re) der erfg(enamen) robbeerts vand(en) raesborne ter derder/
ende der kinde(re)n yseboecx ter vierder zijd(en) It(em) noch i(½)/
mol(evat) rocx erfs pachts op (½) dach(mael) lants gelegen te/
cortbeke tusschen de wederhelicht van s(in)t stevens ende/
de strate van cortbeke te loeven wert gaen(de) It(em) noch de helicht/
van drie huysen mett(er) toebehoirten gelegen neven een inde/
vetterie die wijlen toebehoirden lijsbetten van rijmenan(t) It(em) drie ende eenen halven peeters tstuck te xviii stuvers/
erflijck vallen(de) s(in)t jans(miss)[e] aen en(de) op de voirs(creven) ca(m)me geh(eeten)/
den pape(n)gay metten huyse d(air) naist en(de) hue(re)n toebehoirten/
der voirs(creven) weduwen jans wijlen amelrijcx en(de) hue(re)n kinde(re)n/
in deyling(en) gevallen hanc quoq(ue) et sat(is) p(ro)ut Cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2014-09-02 door Jos Jonckheer