SAL7786, Akte: R°19.1-R°20.1 (40 van 839)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°19.1-R°20.1  
Act
Datum: 1501-07-09

Transcriptie

2021-07-06 door Walter De Smet
Vander questien die eene wijle tijts/
geresen ende opverstaen is yerst inde banck/
voir meye(r) ende scepen(en) van loven(e)/
d(aer)nae voir den raide vand(er) stadt tusschen/
janne vand(er) donct weert inde st(er)re inde/
stee(n)strate aenlegge(r) ter eenre en(de) jacoppe/
vande(n) tymple verweerde(r) ter ande(r) zijden/
Aldair de voirs(creven) aenlegge(r) yerst dede lesen/
eene cedulle met desselfs jacops hantteeken/
geteekent d(air)mede de selve jacop bekint/
heeft sculdich te sijne den voirs(creven) ja(n)ne vand(er)/
donck en(de) sijnd(er) huysvr(ouw)[en] som van mo(n)tcoste/
en(de) som van geleenden gelde de so(m)me van/
hondert en(de) vive en(de) tsestich rinschgulden(en)/
die [hij] hen tot huerer manissen of des eens/
van hen geloeft heeft te betalen(e) opde obligatie/
van allen zijne(n) goede(n) ind(er) maten de/
selve cedulle vand(er) daet duyse(n)t en(de)/
vijfhondert opden xxiiii[en] dach van janua(r)io/
stilo braban(tie) dat nairde(r) inhoudt en(de) begrijpt/
Dede vorts segge(n) dat de selve jacop hem/
buyten en(de) boven de selve cedullen noch/
sculdich bleven was oic soe van geleende(n)/
gelde soe van div(er)sen gelagen de so(m)me van/
seve(n)thien rinschgulden(en) d(air)af hij egheene/
betalinge gecrige(n) en conste wat guetelijc/
v(er)mane(n) hij d(air)o(m)me aen den voirs(creven) jacoppe/
gedaen hadde sustine(re)nde voir zijne co(n)clusie/
dat de voirs(creven) jacop vand(en) voirs(creven) yerst(en) so(m)men/
acht(er)volgen(de) der voirs(creven) cedullen en(de) gelufte(n)/
d(air)af bij hem gedaen ond(er) sijn hantteeken/
sculdich soude sijn te betalen(e) en(de) desgelijcx/
oic vand(en) ande(re) voirs(creven) so(m)men bij hem/
geeyscht te vorde(r) want hij alse eenen/
yegelijken wel kinlijck en(de) openbaer is/
een openbaer tavernier is wijnv(er)coope(r)/
en(de) gasterie van theringe(n) eten(en) ende dri(n)cken(en)
//
dagelijcx houden(de) dwelc deselve jan p(rese)nteerde/
te thoonen soe v(er)re hem dat bijden voirs(creven)/
jacoppe ontkint wordde en(de) p(rese)nteerde/
d(air)toe zijne(n) duechdelijken eedt en(de) oic den/
eedt van zijnd(er) huysvr(ouw)[en] gelijc en(de) als/
tavernie(re)n van gelijken sculdich sijn te doen(e)/
D(air)tegen de voirs(creven) jacop hem v(er)antweerden(de)/
dede bekinde de voirs(creven) cedulle ond(er) met/
zijnen name geteekent te hebben(e) mair/
seyde dat hij de principale cedulle noyt/
gescreven en hadde noch bevel d(air)af/
gegeve(n) om die te scriven en(de) dat ten/
tijde als hij die teekende hij was verscuert/
en(de) de selve cedulle noyt en hadde gelesen/
mair hadde die ten v(er)sueke en(de) beg(er)ten/
vand(er) huysvr(ouw)[en] des voirs(creven) jans geteeke(n)t/
niet weten(de) hem alsoe diepe d(air)inne/
v(er)bonden te hebben(e) P(rese)nte(ren)de te thoonen/
dat die bij stasse rabs in zijnd(er) absentie(n)/
gescreven was alsoe de voirs(creven) huysvr(ouw)[e]/
des voirs(creven) jans dat aen hem beg(er)t hadde/
P(rese)nteerde vorts te thoonen dat dijcwijle en(de)/
te meer stonden als hij daer met goede(n)/
manne(n) geteert hadde en(de) tgelach ge(re)ke(n)t/
was den man op eenen stoot(er) oft iii st(uvers)/
de jouffr(ouw)[e] op g hem gescreve(n) hadde v st(uvers)/
oft vi st(uvers) ende screef op hem dat zij wilde/
mits dat hij borchde dat oic onlancx led(en)/
de voirs(creven) jan vand(er) donck voir eene so(m)me/
van x r(insch)g(ulden) erflic die de voirs(creven) jacop/
hem vortijts heeft bekint op hoogen v(er)cocht/
heeft sijn huys inde mi(n)derbrued(er)strate/
hem toecomen en(de) v(er)storven bijd(er) doot/
en(de) aflivich(eit) jans wijlen van winxele/
dwelc al uuyt gelagen en(de) van gelagen/
spruyten(de) quam dat een o(n)mogelijke sake/
wae(r) dat een man in een huys soude/
hebbe(n) v(er)teert beg(er)de d(air)o(m)me rekeni(n)ge/
en(de) nairde(re) claernisse en(de) specificatie te/
hebben(e) vanden geleende penni(n)gen en(de)/
oic vanden dagen dat hij ald(air) geteert/
soude mogen hebben sustine(re)nde dat
//
dat voir al behoude en(de) sculdich wae(r) te/
geschien(e) Ende nae dien bijd(er) wet beg(er)t/
is geweest te meer stonden dat p(ar)tien/
bij een gaen souden rekene(n) en(de) met/
malcande(re)n ov(er)comen en(de) zij des nyet/
eens gewordden en zijn heeft de voirs(creven)/
jacop bijd(er) voirs(creven) wet gestelt geweest op/
sijnen thoon d(air)toe hij div(er)se dagen van rechte/
heeft gehadt en(de) heeft genoech gethoont/
mette(n) voirs(creven) stasse rabs dat hij de cedulle/
in absen(cien) van jacoppe gescreven hadde/
en(de) dat hij daer nyet bij en was doen/
jacop die teekende Thoonde vorts met/
vie(r) goede manne(n) die dicwijle aldair/
met hem geteert hadden dat te meer/
stonden als vele geselscaps [va(n) buyten] ald(air) met/
hem geteert hadde en(de) tgelach gestelt/
was somtijts op v opt somtijts op vi st(uvers)/
de jouffr(ouw)[e] ond(er)wijlen als zij croonde(n)/
die dagelijcx quame(n) seyde tot hen/
geeft ghij dat ghij wilt mair des de/
jouffr(ouw)[e] jacoppe reke(n)de oft screef dat/
en wisten zij nyet Welken thoon ald(us)/
geleydt zijnde p(er)sisteerde elc in zijnder/
conclusien Es d(air)op bijden voirs(creven) raide/
rijpelijc op al gelet hebben(de) get(er)mineert en(de)/
uuytgesproken voir recht dat de voirs(creven)/
jacop vand(en) so(m)men van hondert lxv r(insch)g(ulden)/
ind(en) cedulle begrepen sculdich sal sijn te/
voldoen(e) janne vand(er) donckt oft d(air)af te/
hebben(e) zijne(n) goeden moet en(de) ae(n)gaen(de)/
den eysch van xvii rinschgulden(en) buyten/
der cedullen geeyscht bege(re)n zij nairde(r)/
claernisse oft specificatie d(air)af te doen(e)/
behalve(n) dat de hee(re)n bege(re)n dat jan hem/
d(air)af redelijke dage geve en(de) dat jacoppe/
oic d(air)aen cortten sal soe v(er)re hij e(n)nige/
bewijssenisse van betalinge(n) d(air)op gedoen/
can In (con)s(ili)[o] opidi julii ix
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2019-05-08 door Jos Jonckheer