SAL8106, Akte: R°69.2-V°69.1 (35 van 105)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°69.2-V°69.1  
Act

Transcriptie

2017-04-10 door xavier delacourt
Cond sij allen lieden dat henric gheerts van tieldonc es come(n) /
in jegewordich(eit) der scepen(en) van loven(en) en(de) heeft genome(n) en(de) bekendt dat hi /
genomen heeft jegen de momboe(re)n en(de) meest(er)ssen vande(n) godshuyse vander banc /
bi loven(en) inde name en(de) van weghen des selfs godshuys de voirs(creven) godshuys goede /
gelegen te tyeldonc te houden ter hebben en(de) te wynne(n) van halfm(er)te lest leden /
enen termijn van twelf jae(re)n lang deen nae dand(er) daer nae /
staphans volgende op de vorwerden en(de) conditien hier nae bescreve(n) dats te wete(n) /
inden iersten dat de voirs(creven) henric hebben sal alle lande beemde en(de) eeussele den voirs(creven) /
godshuyse ald(aer) toebehoe(re)nde metten huysinge(n) alsoe sij daer belegen sijn houdende /
te gade(re) xliii boende(re) en(de) drie dachmael of daer omtrent uutgescheide(n) den elsbroec /
die tvoirs(creven) godshuys behoude(n) sal tot hoe(re)n p(ro)fite den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde o(m)me vijftich /
mudde rogs goet en(de) payabel pacht core(n) wel bereidt met wa(n)ne en(de) met vede(re)n /
alle jae(re) dae(re)n bynne(n) te s(ente) andries misse te betale(n) en(de) te loven(en) te leve(re)n en(de) l pont /
payments alle jae(re) te s(ente) m(er)tens misse te betale(n) der voirs(creven) meest(er)ssen tot behoef des /
godshuys vand(er) banc voirs(creven) It(em) sal noch de voirs(creven) henric gheve(n) en(de) leve(re)n d(er) voirs(creven) /
meest(er)ssen [tot behoef des godsh(uys) vand(er) banc] alle jae(re) vande(n) voirs(creven) goede(n) den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde hond(er)t caese en(de) /
tweenvijfftich l(i)b(ra) bote(re)n It(em) sal de voirs(creven) henric de huysinge(n) den voirs(crev en) goeden /
aldaer toebehoe(re)nde houden in goede(n) state van wande en(de) van dake en(de) gheviele /
daer aen yet te make(n) of te ty(m)me(re)n van ouden werke daer af soude henric voirs(creven) /
de wercliede vueden en(de) m(ijn) vrouwe voirs(creven) soude de dachue(re)n betalen mar soe waer /
m(ijn) vrouwe voirs(creven) daer yet van nuwes woude doen ty(m)me(re)n daer af soude /
de voirs(creven) henric altemael ongehouden sijn sond(er) enegen cost daer toe te doen
//
Item sal de voirs(creven) henric alle jae(re) moghen steke(n) en(de) hebben een half /
last torve op mijnre vrouwen voirs(creven) moere te kerb(er)ge en(de) daer bove(n) sal /
hi m(ijn) vrouwen voirs(creven) elx jaers b(ri)ngen ter banc een half last torve dat /
sij sal hebben doen make(n) op hoe(re)n moere voirs(creven) It(em) waert dat sake dat den /
voirs(creven) henric enige schade geschiede van gemeyne(n) orloge ocht van gemeyne(n)/
tempeesten daer af sal hem m(ijn) vrouwe afslach doen gelijc ande(re) heren/
ald(aer) en(de) reengenoeten aldaer bove(n) en(de) benede(n) gemeynlec hoe(re)n pachte(re)n /
doen selen It(em) es vorw(er)de dat de voirs(creven) henric de voirs(creven) lande wel en(de) /
loflec wy(n)nen sal gelijc sine(n) reengenoete(n) en(de) ten lesten jae(r) late(n) besayt /
twelf boe(n)de(re) lants en(de) een haf met wyntercorne en(de) den ande(re)n art gestort /
en(de) den derden art brake en(de) ten lesten jae(r) gheen lant hoervuruchten /
It(em) allet stroe dat vande(n) voirs(creven) goede(n) comen sal dat sal altoes int /
hof blive(n) en(de) in p(ro)fite vande(n) voirs(creven) goeden bekeert worden It(em) sal de selve /
henric delsbroec dat m(ijn) vroude aldaer behoudt op dierste jaer alst /
gehouwe(n) sijn sal wel bevrede(n) alsoe dat m(ijn) vrouwe aen de schote(n) vande(n) /
voirs(creven) elsbroeke gheen schade en lyde en(de) daer voe(r) sal hi damn voertaen alle /
de weyde vande(n) voirs(creven) elsbroeke hebben It(em) sal noch de selve henric m(ijn) /
vrouwen gheve(n) alle jae(re) te paesschen vijf caese en(de) ii[c] eye(re) It(em) sal /
de voirs(creven) henric m(ijn) vrouwe(n) vand(er) banc gheve(n) jaerlex te cinxen een /
pont bote(re)n en(de) een ghelte goed(er) zanen en(de) oec elke(n) van acht [thien] joffr(ouwe) /
vande(n) selve(n) godshuyse een pont bote(re)n en(de) een waelput zane(n) It(em) sal /
de voirs(creven) henric ten lesten jae(r) vande(n) voirs(creven) t(er)mine laeten int voirs(creven) /
hof allet caf en(de) stroe dat hi daer in bracht sal hebben van wat goede(n) /
dat daer in come(n) sijn sal/
[Item sal m(ijn) vrouwe vors(creven) hebbe(n) half doeft inden bog(ar)t ald(aer) wasse(n)de en(de) de wy(n)ne saelt al ter erde(n) levere(n) en(de) m(ijn) vrouwe(n) hoe(re) helcht t(er) banc vuere(n)] /
It(em) sal noch en(de) vorw(er)de alle en(de) elc sund(er)linge heeft /
geloeft de voirs(creven) henric wel en(de) volcomelec te houde(n) en(de) te voldoen in /
alle d(er) voeghen en(de) manie(re)n voirs(creven) en(de) telke(n) t(er)mine als v(er)volghde schout /
Ende hier af sijn borghen des voirs(creven) henrix als p(ri)ncipael sculde(re)n /
ongesund(er)t en(de) ongescheide(n) en(de) elc voer al jan en(de) willem gheerts geb /
brued(er)s des voirs(creven) wy(n)nen Et p(ri)m[(us)] mulke ouder(ogghe) nove(m)br(is) ix[a] /
Nagekeken doorInge Moris , Greet Stevens , Dieter Peeters , Greet Stevens
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2012-05-14 door Inge Moris