Item cond zij allen luden dat katline weduwe anthonijs wilen van langrode/anthonijs van langrode hue(re) soen arnt vynck jan uuten hove geheten zedele(re) de/jonghe en(de) goessen vanden poele zwage(re)n des voirs(creven) anthonijs in deen zijde en(de)dierick van langrode brueder des voirs(creven) anthonijs in dande(r) sijn zamentlic/eens worden en(de) overcomen tgheens des hier na volght ierst sijn ov(er)comen
//
en(de) gesloten dat de voirs(creven) katline de moeder metten voirs(creven) diericken hue(re)n soen/metter woen werken sall en(de) bij hem bliven wonen(de) also langhe alst huer genueght/ende sal de selve dieric de voirs(creven) sijn moeder also langhe als sij leven sall ende/sij met hem woent wael teemelic en(de) eerberlic also huer toebehoirt houden/van eeten drincken cleedinghen en(de) all des sij [behoeve(n)] bevallen sall en(de) des sall/de voirs(creven) dieric alle huerre renten hoedanich die sijn oft waer die geleg(en)/sijn hebben houde(n) en(de) besitten peysselic en(de) vredelic en(de) hebben hem die de voirs(creven)/sijn brueder en(de) zwager also verre als elc der renten oft lijfpensien sculd(ich)/mach sijn geloeft wael en(de) volcomelic te gelden en(de) te betalen telken t(er)mijne/als sij vallen zullen als v(er)volghde schout het en wae(re) dat sij van hem toghe/mett(er) woenst dan souden de voirs(creven) p(er)sone vander voirs(creven) geloeften aen diericke/ongehouden sijn en(de) souden huerre renten volgen hue(re) leefdaghe langc sond(er) argelist/waert oec also dat de voirs(creven) katline aflivich worde in d(er)beginsel van e(n)nige(n)/jae(re) oft van eenen halven jae(re) dat hem nochtan alle de renten vanden halve(n)/jae(re) neestvolgen(de) daer inne sij storve volgen souden oec hebben de voirs(creven) bruede(re)/en(de) zuste(re) geloeft dat huerre gheen de voirs(creven) katline de moeder/aenveerden noch houden en sall sond(er) dierix consente sien worde(n)/met rechte daer toegedronghen ov(er)wynghe iunior smet julii xx