It(em) de vors(creven) kat(line) peet(er) [wasschart] en(de) henric [va(n) hove] in p(rese)nc(ia) hebbe(n)/ geloeft indivisim den vors(creven) ja(n)ne inden gevalle oft/ sij de vors(creven) lijfpensie bynne(n) den vors(creven) drie jae(re)n niet/[af en queten] afen [ge]queten en(de) de en hadde [wordden] en(de) de vors(creven) live alsdan noch/ leven(de) sijn dat sij dan t(er) stont de vors(creven) drie jae(re)n/ ov(er) leden sijnde den vors(creven) ja(n)ne voir de vors(creven) lijfpensie/ totten vors(creven) pande noch meer toepants setten sullen die/ weert sijn sall boven alle co(m)mer d(aer) voe(r) uutgaende/ iii mudden rox erfs pachts sond(er) cost oft last des/ vors(creven) jans Et t(antu)m cor(am) eisd(em)/