It(em) het es vorw(er)de datme(n) mette(n) vors(creven) twee geloften niet meer aen alle so wa(n)neer de vors(creven) gort v(er)nueght/ is vande(n) vors(creven) / thonise vande(n) vors(creven) / xxviii pet(er)s soe salme(n) / beide de vors(creven) brieve / te nieute doen / Behoudelic dien / dat de selve gort / alt(oes) werken mach / met welke(n) vanden / br(ieve) die hij dat he(m) best / gelieve(n) sal m(er) / worde hij v(er)nueght / vande(n) p(er)sone(n) inde(n) ies / ierste(n) br(ieve) begr(epen) / van huerer so(m)me(n) / die soude den vors(creven) / anthonise aen / sijin schout / afslach come(n) / sond(er) argelist /