It(em) als vander questien die was vanden pontgelde verschene(n) uuten coepe/ die raes vander lynden ghedaen hadde teghen goorde vrancx van x/ boende(re)n c en(de) lx roeden lants op de loe gheleghe(n) de welke x boend(er)/ c en(de) lx roeden gorijs vrancx vernad(er)scaept heeft Soe es get(er)mineert/ datmen vanden gheheelen uutghescheyde(n) vanden grontchijse ende/ vanden viii rijders die jacop scholier dair aen blijft houdende den/ pontpe(n)ninck betalen sal behoudelick datme(n) in so(m)mighen afslaen sal/ alsoe vele als die gelande ghedraghe(n) sall moeghe(n) van ande(re)n erfgoede(n)/ die mette(n) voirs(creven) x boend(er) ghelijck verpant sijn cor(am) kersmake willem(air)/willem(air) burg(imagistris) et aliis de pleno (con)silio febr(uarii) xi