It(em) nae dien dat reyne(re) vanden hoevelde zone wijle(n) reyners voir/ meye(r) ende scepen(en) van loeven(e) aengesproken heeft jasp(ar)en van ov(er)wynghe/ scrij(n)make(r) alse van dat de selve jaspar des ghelede(n) mach sijn xv oft xvi/ jairen den voirs(creven) reyne(re)n d(air) sij tsame(n) vrachten inden huyse jans amelrijcx/ ghewondt en(de) ghequest zoude hebben Versueken(de) dair af den meest(er) voir af/ ghedaen te hebbene en(de) bet(er)nisse dair af van eene(n) weghe te mylane(n) oft alsulke(n)/ bet(er)nisse als de scepen(en) wijsen zulle(n) ende de voirs(creven) jaspar dair af hem/ met sijnd(er) eedt ontschuldicht heeft den welken hij volcomelijken gedaen/ heeft zond(er) dien dat die p(ar)tie dair e(n)nighe calangie op gewerpe(n) heeft/ Soe es vonnislijken ghewijst dat de voirs(creven) jasp(ar) ghestaen sal metter eedt/ die hij ghedaen heeft cor(am) witte roelofs cok(eroul) ouder(ogghe) aprilis xxvi