Item wynant van cuylenborch die alhier hadde doen raste(re)n godevairde/ vogel weert inde(n) moriaen tot antwerpe(n) voe(r) zek(er) scult die hij meynde/ dat hem de voirs(creven) godevairt sculdich wae(r) in deen zijde ende de selve/ godevairt vogel die meynde en(de) seide en(de) met certificacie(n) d(er) stad van/ antwerpe(n) dede blijcke(n) dat jan vand(er) spreet als mechtich van thomaese/ tack met rechte d(er) stat van antw(er)pe(n) aende(n) voirs(creven) godevairde hadde met/ rechte uutgewonde(n) alsulke iiii ponde vii(½) grote brabants als de selve/ godevaert den voirs(creven) wynande doen sculdich was en(de) mits d(er) uutwy(n)ing(en)/ de selve iiii ponde vii(½) grote braba(n)ts die heeft met bedwange van/ rechte moete(n) betalen jan vander spreet inde(n) name van thomaese/ voirs(creven) in dand(er) zijde Sijn come(n) op hede(n) voe(r) borgemeeste(re)n alhier/ in beide(n) zijde(n) aldair get(er)mineert was dat de voirs(creven) wynant voe(r) / den uutganck van dese(n) dage caucie van borchtochte(n) stelle(n) sal voe(r)/ de costen ingevalle oft men bevonde dat hij de voirs(creven) godevairde/i tonrecht hadde doen raste(re)n en(de) dan voirt alhier voir tgericht sijn/ zijn zake met rechte volge(n) en(de) oft hij des niet en dade dat tvoirs(creven)/ rastement te nyeute sijn sal en(de) versmolte(n) cor(am) oppendorp vice/ burg(imagistr)[o] et aliis de c(on)silio des sat(er)daeghs xxiii in julio