SAL8140, Akte: R°69.3 (123 van 468)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°69.3  
Act
Datum: 1470-09-22

Transcriptie

2020-03-31 door Dominique Van Daele
It(em) gheert die leen wijng(ar)de(r) als wettich man ende momboir m(ar)gerete(n) sijn(der)/
huysvrouwen weduwe jans wijlen metten ghelde die de selve gheert in desen/
op hem ghenome(n) heeft ende ghelooft te vervane in p(rese)ncia heeft ope(n)bairlijke(n)/
ghelooft ende toegheseet den voirs(creven) diericke noyens als van alsulken i(½) peet(er)/
erfl(ijck) als de voirs(creven) m(ar)griete huysvrouwe des voirs(creven) gheerts tot hue(re)r tocht houden(de)/
ende heffende es aen ende op tvoirs(creven) vie(re)ndeel wijng(ar)ts dat de voirs(creven) dierick/
ende sijn naecomelinghe(n) ghestaen sulle(n) met vii stuv(er)s dair af te betalen(e)/
zond(er) meer oft voirder uut ocsuyne van dien ghepraemt te wordde(n) alsoe lange/
als de voirs(creven) m(ar)griete leve(n) sal Ende vanden surplus vanden selve(n) i(½) peet(er)/
heeft de selve gheert der selv(er) sijnre huysvrouwen leefdaghe lang due(re)nde/
den selve(n) diericke ende de voirs(creven) sijn goede ghelooft schadeloes te houde(n) en(de) tontheffe(n)/
cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2018-08-13 door The Administrator