Vander questien en(de) gescille die een wile tijts gehange(n) hebbe(n) tussce(n) aerde/ vander vorst geheten de puttere in deen zijde en(de) henric de hollandre in/ dandere aengaende der erflich(eit) vanden goeden geheten te wouwe(re) ge/ legen inde prochie van libbeke en(de) des dien aencleve(n) mach hebben hen/ de voirs(creven) p(ar)tie(n) gesubmitteert en(de) verbonden inder uutspraken en(de) seggen(e) d(er)/[arbitren] hier na genoemt Te weten de voirs(creven) aert in henricke pynnoc en(de) matheeus/ colcx ende de voirs(creven) henric in gielise de rode en(de) willem(me) van haesdonck/ inder manieren hier na verclaert in sulker vuegen dat de selve partie(n)/ hue(re) saken ov(er)geve(n) selen in gescrifte binne(n) xv dagen naestcomen(de) dair op/ elc van hen zijn v(er)antwerden in gescrifte insgelijcx ov(er)geve(n) sal binnen/ acht dagen dair na Ende dat gedaen zijnde selen de arbit(er)s de voirs(creven)/ p(ar)tie(n) wisen binne(n) acht dage(n) d(air)na tot hue(re)n? thoen(e) oft eede alsoe hen/ dat goetduncken sal en(de) de arbit(er)s de(n) voirs(creven) thoen [gehoirt] en(de) oic alle besceyt/ van brieve(n) en(de) and(er)ssins ter materien dienen(de) die de p(ar)tie(n) om de mat(er)ie/ te verlichten(e) sculdich selen zijn voir oege(n) te bringen sele(n) hue(re)? uutsp(ra)ke/ d(air) af doen op dat zijs eens zijn binnen xv daghen d(air) na Ende in/ gevalle de voirs(creven) arbit(er)s der saken niet eens [en] worden soe selen de selve/ arbit(er)s binne(n) acht dagen dair na tgene des voir hen bracht sal zijn/ voir scepen(en) van loeven(e) bringen en(de) nemen van seggen van rechte vander/ saken om den wijn Geloven(de) de voirs(creven) p(ar)tien vast gestentich ende onv(er)brekelijc/ te houde(n) en(de) te voldoen alle tgene des bij de(n) voirs(creven) seggeren oft vo(n)nisse/ geseecht uutgesproken oft gewesen sal werde(n) op i banduyn va(n) x rijd(er)s/ Ende midts desen selen alle wonde op penen oft anderssins tusscen/ p(ar)tien gesciet het zij te libbeke oft elswair van onweerde(n) en(de) te nyeute zijn/ En(de) oft enig(er) p(ar)tie(n) segge(re)n gebrake soe selen zij ande(re)n dage moege(n) neme(n)/ om te doen de(n) meyni(n)ge voirs(creven) cor(am) roelants langrode aug(usti) xxi

It(em) de voirs(creven) p(ar)tie(n) hebbe(n) huers goets moetswille(n) gep(ro)long(eer)t en(de) v(er)lingt/ tvoirs(creven) compromis in alle der vuege(n) en(de) forme(n) voirs(creven) een maent/ lange v(er)volgen(de) en(de) hebbe(n) geapprobeert en(de) geco(n)f(ir)meert alle tgene des/ bij de(n) voirs(creven) [segge(re)n] v(er)haelt [en(de)] voir hen genome(n) mach sijn al eist dat de(n) t(er)mijn(e)/ uutgegaen ov(er) lang mach zijn p(ro)mitten(tes) ratu(m) langrode tibe no(vem)[b(ris)] xi

It(em) de selve p(ar)tien hebben insgel(ijcx) gep(ro)long(eer)t en(de) geratificeert en(de) uutgestelt tselve/(com)p(ro)mis tot van m(er)ghen in viii daghen naistcomen(de) cor(am) roelants roelofs dec(embris) viii