Alsoe op heden voir den raide vand(er) stad comen zijn/ jan de heelt van mechelen als aenlegge(r) tegen [eerwerdig(en)] he(re)n/ ja(n)ne van brabant archidiaken ind(er) va van rickaert? [bruesselle] ind(er)/ kercken van camerijcke seggen(de) en(de) exhibere(n)de zeke(re)/ scepen(en) brieve van loven(e) spreken(de) van xxxvi guld(en)/ rijd(er)s erffelicken die de selve jan ind(en) name en(de) als/ ma(m)boer van sijnre huysvrouwe(n) heeft aen en(de) op zeke(re)/ de goede te wynge nae inhoudts d(er) selver brieven/ midts welken onbetalinge de selve geprocedeert heeft/ met recht en(de) met vo(n)nisse van co(n)tumacien totter/ leveringen der selver goed(en) hoopen(de) midts doen betali(n)g(en)/ te hebben(e) van xxxvii guld(en) rijd(er)s oft d(er) werdden d(air) aff/met der in ande(re)n goed(en) gelde acht(er)volgen(de) zijne(n)/ vo(n)nissen Daer op henr(ic) trappaert als p(ro)cur(eur) des/ voirscr(even) eerwerdich(s) he(re)n antwoerde exhibe(re)nde/ een(en) gescrifte met den welke(n) hij meynde dat de/ voerseide jan verdoelt was want men bevinden/ soude dat te(n) ind(en) ja(r)e van lix xxiii nove(m)br(is) als dese/ rente vercregen was bij de rijd(er)s mer xxv oft xxvi/ st(uvers) en daden en(de) ten tijde van ja(n)ne der neven zijnen/ voirsate niet meer dair voe(r) gegeven es en es oft/ ten utersten xxvii st(uvers) de welke de voirseide hee(re)/ den selven ja(n)ne geguetelik(en) sonder rigeur van / rechte gep(re)senteert heeft te betalen(e) meyne(n)de daer/ o(m)me vand(en) costen d(air) op gelopen ongehoud(en) te zijne/ seyde voerts van want van scepen(en) brieve was/ dat dat beslicht soude wordden en(de) sculdich beslicht/ te zijne voer meye(re) en(de) scepen(en) van loven(e) Soe/ es uut(er)lijck bijd(en) raide voirscr(even) uuytgesproken/ voir recht yerst bege(re)nde de stad aen beyde/ p(ar)tijen dat zij tusschen dit en(de) in mae(n)daghe naist/ comen(de) en(de) bij bijwesen(e) des eerw(er)dichs he(r)en archidiake(n)s/ voirscr(even) want hij ind(er) sak(en) p(ri)ncipael es bij met goed(en)/ ma(n)nen vergade(re)n souden om guetelijc met malca(n)de(re)n/ te ov(er)comen(e) en(de) in gevalle zij niet en overq(ua)men/ dat zij als dan alhier voir den raide vand(er) stad comen/ en(de) (com)pare(re)n souden om alsdan gedaen te wordden(e)/ soe met rechte behoe(re)n sal Act(um) in (con)s(ili)[o] xiii dece(m)br(is)