It(em) aelbrecht tants als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) adriaens/ hauweels en(de) de selve adriaen hauweels/ hebben geclairt bij hue(re)n eeden die zij dair o(m)me/ lijflijck ten heyligen gedaen hebben bij stavi(n)ghen
//
ph(ilip)s pynnock lieuten(ant) des meyers van loeven(e)/ te weten(e) de voirs(creven) aelbrecht tants ende/ andries van huerne [dat] de voirs(creven) goede met/ voirgaen(de) kerckgeboden op hoeghen v(er)cocht zijn/ metten coren dair op staende de bate voe(r)/ en(de) o(m)me xxiiii rijns gul(den) te twintich stuv(er)s/ tstuck sonder fraude en(de) argelist Ende de/ voirs(creven) adriaen hauweels datmen hem uut/ zaken vand(en) voirs(creven) lijftochten van twee gevalle(n)/ ja(r)en vie(re)ntwintich croenen te vie(re)ntwintich/ stuv(er)s tstuck sonder div(er)se costen int v(er)volghen/ van zijnen rechte gedaen cor(am) eisd(em)