Item die v(oir)s(creven) m(eeste)[r] willem switten obligan(do) submitt(endo) / ac renuntian(do) in p(rese)ntia heeft gelooft den v(oir)s(creven) jan(ne) / minnen hem en(de) zijn(en) goeden costeloos en(de) schadeloos / tontlasten en(de) indempneren van alsulcken lijffpen(sien) / van vijffthien rinsg(ulden) tsjaers ten lijve van heer / melchior van rijckenroij president der collegien / van(den) drije taelen te lossen den penn(ingen) thien metten / v(er)loope van dijer rente bedraegen(de) twintich rinsg(ulden) / eens en(de) die voirs(creven) lijffpen(sien) jairl(ijckx) zoo te / betaelen dat die v(oir)s(creven) jan minnen oft zijn(en) goeden / daerdoere nijet beschadicht en wordden Item / noch van alsulcken rinte van twee rinsg(ulden) tsjaers / als die v(oir)s(creven) jan gelden(de) es aen willem(me) van(den) waetere / te lossen den penn(ingen) achthien metten v(er)loope van / vier jaeren Ende is merckel(ijck) tusschen die voirs(creven) / p(ar)tien ondersproken dat zoo verre die v(oir)s(creven) renten / die de v(oir)s(creven) switten tzijn(en) laste genomen heeft swaerder / aff te leggen oft anderssints oft meer v(er)loopen waeren / dan v(oir)s(creven) es dat tzelve cortten sal aen(den) penn(ingen) die / de v(oir)s(creven) cooper ten achter is oft anderssints / hem ter causen van dijen schuldich sal zijn reco(m)pens / te doen(e) Ende boven die xxv rinsg(ulden) xii st(uvers) die / de v(oir)s(creven) cooper ter causen van hoogen en(de) wijngelt / den v(er)cooper betaelt heeft gelooft die voirs(creven) / m(eeste)[r] willem switten obligan(do) et submitten(do) ac renuntian(do) / uts(upra) den voirs(creven) jan(ne) minnen tusschen dit (ende) / kerss(miss)[e] naistcomen(de) uuijt te reijcken die so(m)me / van tweendertich rinsguld(en) i st(uver) ass(ecutu)[m] cor(am) / eisdem
//