Want peter van dormale als procur(eur) der weduwe(n) joes/ wijlen absoloens nae des(er) stadt recht voir zijn wettich/ gebreck uuyt cracht van scepen(en) brieve(n) van loeven(en) come(n) en(de)/ geleyt es totten allen den goede(n) beyde have en(de) erve
//
jans wijnants ende henricx wijnants zijns soens zoe wair/ die gelegen zijn hem met brieve(n) van des(er) stadt gescreven aen/ alle officie(re)n oft bez stedehoude(re)n alle de selve goede behoirl(ijc)/ heeft doen leve(re)n ende den voirs(creven) janne en(de) henricke dach/ van rechte te comp(ar)e(re)n inde banck voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van/ loeven(en) oft zij hen tegen de voirs(creven) leveri(n)ge hadden wille(n)/ oppone(re)n heeft doen bescheiden Aldair zij hen niet en/ opponeerden noch en comp(ar)eerden noch oick procur(eur) van/ hue(re)ntwegen den voirs(creven) geleidden comp(ar)e(re)nde ende trecht/ voirt versueken(de) soe hebben de scepen(en) van loeven(en)/ ter manissen smeyers [nae] dat hen bij cleernissen wout(er)s van/ boenrode des(er) stat bode behoirlijck gebleke(n) heeft tvoirs(creven)/ exploit geschiet te zijne bijden meyers van cumptich/ breyshem ende vander gheten van allen den goede(n)/ onder hen gelege(n) en(de) hue(re)n bewinde en(de) den voirs(creven) ja(n)ne/ en(de) henricke op heden als ten verstreken(en) daige dach/ van rechte bescheide(n) te zijne gewesen voir een vo(n)nisse/ datmen den voirs(creven) geleidden vanden voirs(creven) goeden houde(n)/ soude inde macht van zijne(n) beleyde scepen(en) br(ieven) van loeven(en)/ ende leveri(n)gen alsoe verre alst noch voir scepen(en) come(n)/ es in scampno maii xxvi