SAL7393, Akte: V°46.4-V°47.1 (82 van 692)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°46.4-V°47.1  
Act
Datum: 1499-08-13

Transcriptie

2022-06-30 door helga peeters
Want meest(er) bertel(meeus) kyp secretar(is) der stadt van/
loeven(e) sone wijlen arnoldi geleydt zijnde in zij(n)d(er)
//
levend(er) tijt voir zijn wettich gebreck uuyt crachte/
van scepen(en) brieven van loeven(e) tot allen den goeden/
beyde have en(de) erve jans vander stoct ende besundert/
totten goeden hier nae bescr(even) liggen(de) ond(er) rotselair Ierst/
int scoubroeck (½) boend(er) beempts regenoet jan yngels/
op deen zijde en(de) augustijn opden berch op dand(er) zijde/
en(de) dit hult wout(er) fobelet It(em) noch drie vie(re)ndeele/
en(de) xvi roeden beempts soe hellicht wy(n)ni(n)ge soe and(er)s/
in div(er)se p(ar)ceele(n) gelegen int bexshem broeck oft/
d(air) omtr(ent) dwelc hult henr(icke) vander moelen It(em) noch/
drie vie(re)ndeele(n) lants op trotselair broeck bijde goede/
wout(er)s vanden dijcke en(de) jans van kelfs comen(de)/
bij she(re)n strate ende dit hult de voirs(creven) wout(er) vand(en)/
dijcke It(em) noch vijf vie(re)ndeele(n) lants opt rotselae(re)n/
broeck bijde goede jans van kelfs voirs(creven) ende dit/
hult gheert luykens It(em) noch een plecke beempts/
houden(de) drie dach(mael) oft d(air) omtr(ent) gelegen te bexshem/
geheeten de ressche regenoete she(re)n strate bijde/
goede jans van vlasselair ende de selve jan die/
hult dit t(er) hueri(n)gen soe wair die gelegen/
zijn hem met br(ieven) van des(er) stadt gescreven aend(en) drossete van rotselair oft zijne(n) stadthoude(r) alle/
de selve goede behoirlijc heeft doen leve(re)n en(de)/
den voirs(creven) janne vand(er) stoct zijn huerlinge en(de)/
ande(re) dach van rechte te comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banck/
voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(e) doen besceyden/
oft zij hen d(air)tegen hadden willen oppone(re)n/
Ald(air) zij op heden als ten daige van rechte d(air)toe/
dienen(de) niet gecomp(ar)eert en zijn noch niemant/
van hue(re)n wegen den voirs(creven) meeste(re)n bart(elmeeus)/
comp(ar)e(re)nde ende trecht voirts v(er)sueken(de) soe v(er)re/
dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) maniss(en) smeyers nae/
dat hen behoirlijc gebleken heeft bij rappoirte/
jans smeets des(er) stadt bode tvoirs(creven) exployt behoirl(ijck)/
gesciet en(de) den huerlinge(n) des voirs(creven) jans vand(er) stoct/
dach besceyd(en) te zijne ende bij cleerniss(en) symoens belle(n)s
//
vorst(er)s den voirs(creven) janne vand(er) stoct dach besceyd(en) te/
zijne gewesen hebbe(n) voir een vo(n)nisse wair de/
wed(er)p(ar)tie vand(en) voirs(creven) geleidden niet en comp(ar)eert/
voe(r) den op staen(e) smeyers ende der scepen(en) datmen/
den selve(n) houden soude inde macht van zijnen/
beleide scepen(en) brieve(n) ende leveri(n)gen alsoe verre/
alst noch voir scepen(en) comen is in scampno augusti/
xiii
Nagekeken doorJos Jonckheer
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2017-06-06 door Xavier Delacourt