SAL7467, Akte: R°357.2-V°357.1 (381 van 581)
Akte R°357.2-V°357.1
Act
Datum: 1574-02-15
Transcriptie
2015-08-04 door Anton SchuttelaarsItem in tegenwoirdicheijt des meijers ende der
//
scepen(en) van loeve(nen) naebescreven gestae(n) jan / der kindere(n) sone wijlen hilaris e(nde) cathlijn(en) / van redinge(n) zijn huijsvrouwe woonende te / haesrode p(er) mo(nitionem) hebbe(n) opgedraege(n) met / behoijrl(ijcke) v(er)thijdeniss(e) alsulcke portie ende / gerichticheijt wesende het derdendeel he(n) / competere(nde) in e(nde) ae(n) twee plecke(n) landts / groot tsame(n) een halff boender gel(ijck) deselve / ombegrepe(n) van(der) mate(n) gelege(n) sijn onder / veertrijcke deen(en) d(aer)aff tussche(n) de goede(n) / sgoidtshuijs van villeers ter ee(n)re de goede(n) / aerts van(den) cousgate ter ii[e(r)] de goede(n) wouters / van wersbeke ter iii[e(r)] e(nde) de goed(en) henricx / de munte(r) ter iiii[er] zijd(en) ende dander plecke / landts tussche(n) de goed(en) willems boon(en) ter / eenre de goed(en) joos perdieux ter ii[er] sheere(n) / strate ter iii[er] e(nde) de goed(en) der erffghen(amen) / henricx van leije ter iiii[er] zijd(en) exp(osito) soo / is d(aer)inne gegoidt e(nde) geerft ten erffel(ijcken) / rechte jan van(den) bossche sone wijle(n) henr(icx) tot / behoeff van hem e(nde) van lijsbeth va(n) wersbeke / zijn(en) huijsv(rouw)[e] woone(nde) te nedervelpe p(er) mo(nitionem) / et sat(is) indivis(im) et war(as) de v(oer)s(creven) twee plecke(n) / landts tsame(n) op tderdendeel va(n) ee(nen) halve(n) / sack corens ae(n) tgoidtshuijs van perck ta(n)qua(m) / prout iure cor(am) liedekercke winde feb(rua)[rii] xv[a] /
//
scepen(en) van loeve(nen) naebescreven gestae(n) jan / der kindere(n) sone wijlen hilaris e(nde) cathlijn(en) / van redinge(n) zijn huijsvrouwe woonende te / haesrode p(er) mo(nitionem) hebbe(n) opgedraege(n) met / behoijrl(ijcke) v(er)thijdeniss(e) alsulcke portie ende / gerichticheijt wesende het derdendeel he(n) / competere(nde) in e(nde) ae(n) twee plecke(n) landts / groot tsame(n) een halff boender gel(ijck) deselve / ombegrepe(n) van(der) mate(n) gelege(n) sijn onder / veertrijcke deen(en) d(aer)aff tussche(n) de goede(n) / sgoidtshuijs van villeers ter ee(n)re de goede(n) / aerts van(den) cousgate ter ii[e(r)] de goede(n) wouters / van wersbeke ter iii[e(r)] e(nde) de goed(en) henricx / de munte(r) ter iiii[er] zijd(en) ende dander plecke / landts tussche(n) de goed(en) willems boon(en) ter / eenre de goed(en) joos perdieux ter ii[er] sheere(n) / strate ter iii[er] e(nde) de goed(en) der erffghen(amen) / henricx van leije ter iiii[er] zijd(en) exp(osito) soo / is d(aer)inne gegoidt e(nde) geerft ten erffel(ijcken) / rechte jan van(den) bossche sone wijle(n) henr(icx) tot / behoeff van hem e(nde) van lijsbeth va(n) wersbeke / zijn(en) huijsv(rouw)[e] woone(nde) te nedervelpe p(er) mo(nitionem) / et sat(is) indivis(im) et war(as) de v(oer)s(creven) twee plecke(n) / landts tsame(n) op tderdendeel va(n) ee(nen) halve(n) / sack corens ae(n) tgoidtshuijs van perck ta(n)qua(m) / prout iure cor(am) liedekercke winde feb(rua)[rii] xv[a] /
Nagekeken door: Inge Moris , Agata Dierick , Jos Jonckheer , Agata Dierick
Moderator: Agata Dierick
Laatste update:: 2013-08-12 door Inge Moris