SAL7467, Akte: V°28.2-V°30.1 (29 van 581)
Akte V°28.2-V°30.1
Act
Datum: 1573-07-10
Transcriptie
2015-08-04 door Anton SchuttelaarsAlzoe onlancx seker proces questie en(de) geschille /
is gemoveert en(de) geintenteert geweest voe(r) scepen(en) /
deser stadt van loven(en) tussche(n) heere(n) en(de) m(eeste)re(n) nicolase(n) /
weldam nu tertijt raedt ons gen(edichs) heere(n) sconincx tot /
mechele(n) als curateur geweest zijn(de) van(den) achtergelaete(n) /
kindere(n) wijle(n) m(eeste)r huijbrechts bekens van loemel die /
hij gehadt heeft bij jouff(rouw)e katlijn(en) van weldam ende /
in dijer qualiteijt als aenleggere en(de) m(eeste)r lieve(n) /
meganck soe in sijnsselffs name als oijck inde(n) name /
der voers(creven) jouff(rouw)e katlijn(en) van weldam zijn(en) huijsvrouwe /
als gedaechde en(de) v(er)weerdere aldaer de voers(screven) aen(legge)re /
contendeerde en(de) concludeerde van(den) voers(creven) v(er)weerdere /
te hebbe(n) en(de) obtinere(n) reke(n)ninge bewijs en(de) reliqua van(den) /
administratie die de selve meganck over de voers(creven) /
kindere(n) goede(n) eenichsints gehadt zij zoude moeghe(n) /
hebbe(n) en(de) geschape(n) was doer tselve proces groote /
o(n)vrinschap tussche(n) de(n) voers(creven) v(er)weerdere(n) en(de) de(n) kindere(n) /
der voers(creven) katlijn(en) te gerijsijn(e) om tselve te behoeden(e) /
en(de) alle(n) processe(n) et querele(n) te neder te legge(ne) /
sijn de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) jouff(rouw)e katlijn(en) van weldam /
gehuijssche(n) ter eenre en(de) m(eeste)r cornelis van middelborch /
soe als man en(de) momboer van jouff(rouw)e margriete beke(n) /
als oijck hebben(de) tot des naebescreve(n) is te doene /
soe hij v(er)claerde hebbe(nde) speciale macht procuratie /
en(de) aucht aucthoriteijt van m(eeste)r nicolase(n) beke(n) zijn(en) /
zwager nutertijt buijte(n) slants wesen(de) en(de) voer /
de(n) welcke(n) de selve m(eeste)r cornelis hem in dese(n) /
is sterckmaken(de) ter andere(n) zijde(n) bij inductie en(de) /
tussche(n) spreke(n) van goede heere(n) en(de) ma(n)ne(n) hunne /
vrinde(n) mi(n)nelijcke(n) v(er)accordeert overcome(nde) ende /
eens gewordde(n) opde conditie(n) en(de) ind(er) maniere(n)
//
hier nae volgen(de) en(de) ierst te weten(e) dat de / voers(creven) m(eeste)r lieve(n) meganck noch sijn(en) huijsvrouwe van(den) / voers(creven) haere kindere(n) ne(m)mermeer eijssche(n) doen oft / laete(n) eijssche(n) en sulle(n) bij he(n) oft ijemande(n) and(ers) binne(n) / oft buijte(n) de(n) rechte eenich rembourssem(ent) oft reco(m)pens / tzij in gereede(n) penn(ingen) rintsgewijns oft anderssins van / tgene des bijde(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) meganck en(de) zijn(en) / huijsvr(ouwe) tzij in penn(ingen) oft anderssints tot behoeff van / alime(n)tatie onderhoudenisse oft in eenige andere / saecke(n) en(de) affaire(n) van(den) selve(n) kindere(n) gedebourseert / verleeghten(de) oft uuijtgereijckt zoude(n) moge(n) zijn /
geweest tzij oft tzelve debourssem(ent) gebuert en(de) /
geschiet waere in subsidie van studiu(m) houwelijcke /
cleedinge en(de) p(ro)fessie der selver kindere(n) Item dat /
de selve meganck schuldich en(de) gehoude(n) zal zijn /
te betaelen(e) en(de) tzijn(en) laste te draegen(e) allen /
alsulcke(n) schulde(n) als eertijts tot behoeff der v(oer)s(creven) /
kindere(n) inde zake(n) voers(creven) oft anderssints binne(n) de(n) tijd(en) /
de selve kindere(n) alnoch in mo(m)borije staen(de) waere(n) /
gemaeckt soude(n) moge(n) sijn geweest behoudel(ijck) /
dat de voers(creven) m(eeste)r cornelis middelborch gehoude(n) /
en(de) schuldich zal zijn te betaelen(e) ae(n) goerde(n) librechts /
cremer binne(n) des(er) stadt ter zake(n) van(den) geleverd(en) /
waere(n) bijd(en) selve(n) geleveert tot behoeff van /
zijn(en) voers(creven) huijsvr(ouwe) cleedere(n) te(n) tijde va(n) haere(n) /
uuijtstelsel van te(n) houwelijcke de so(m)me van /
dertich carolusg(ulden) te xx st(uijvers) tstuck eens Item /
sulle(n) de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) sijne huijsvrouwe /
met (con)sente des eens en(de) des anders affgae(n) en(de) /
renu(n)tiere(n) gelijck zij mits des(er) tot behoeff der /
voers(creven) kindere(n) te wete(n) m(eeste)r nicolaes(e) en(de) jouff(rouw)e /
margriete beke(n) broed(er) en(de) zuste(r) affgaen(de) ende
//
en(de) renu(n)tieren(de) zijn van alsulcke tocht als haerlied(en) / gehuijssche(n) es compteren(de) in vijffendertich carolusg(ulden) / erffel(ijck) vallen(de) jaerl(ijcx) halff in martio en(de) halff in / septembri opde state(n) slants van brab(an)t int quartier / van bruessele(n) dijs zal de voers(creven) m(eeste)r cornelis / de resteren(de) vijffthie(n) car(olus) g(ulden) die hen de voers(creven) / gehuijssche(n) uuijt de voers(creven) vijfftich rinsg(ulden) erffel(ijck) / die alnoch reserveren(de) zijn jaerl(ijcx) schuldich zijn aen(den) / rentm(eeste)r oft ontfange(r) van(den) voers(creven) state(n) int / voers(creven) quaertier te maene(n) en(de) inne te haele(n) / en(de) de(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) sijne(n) huijsfrouwe / over te leggen(e) en(de) betaelen(e) ond(er) behoerl(ijck) acquijt / en(de) quitan(tie) welcke voers(creven) tocht van(den) voers(creven) xxxv / car(olus) g(ulden) der voers(creven) gehuijssche(n) met co(n)sente als / voe(r) de(n) selve(n) voers(creven) kindere(n) mits dese(n) zijn / cederen(de) en(de) transporteren(de) met volle(n) rechte / constitueren(de) te dije(n) eijnde de zelve kindere(n) / en(de) m(eeste)r cornelis(se) middelborch voers(creven) p(ro)cure(ur)s in rem / p(ro)priam in dese(n) nochtans merckel(ijck) ondersproke(n) / en(de) geconditioneert dat de voers(creven) kindere(n) de / voers(creven) xxxv car(olus) g(ulden) des(er) cessie nijet tegenstaen(de) / nijet e(n) sullen oft geniete(n) te(n) zij m(eeste)r jasp(er) roeloffs / ontfanger va(n)d(en) bede(n) int quaertier van loeven(en) / Ierst en(de) voe(r) al aen(den) v(er)loope(n) vand(en) voers(creven) / rinte van vijfftich carolusg(ulden) in martio xv[c] / tweentseventich stilo brab(antie) voe(r) ee(n) halff v(er)schen(en) / en(de) alnoch te v(er)schijne(ne) v(er)haelt en(de) opgebuert / sal hebbe(n) alsulcke hond(er)t en(de) viertich car(olus) g(ulden) / als de selve m(eeste)r lieve(n) hem schuldich en(de) / te(n) achter is sulle(n) de voers(creven) gehuijssche(n) als / voere affgae(n) cedere(n) en(de) transportere(n) affgaen(de)
//
cederen(de) en(de) transporteren(de) mits des(er) tot behoeff / als voe(r) hu(n)ne tocht die zij p(re)tendere(n) in eene / rinte van drijentwintich carolusg(ulden) staen(de) bepant / op ee(n) huijs gestae(n) binne(n) der stadt van berghe(n) / opd(en) zoom Item die tocht die sij gehuijssche(n) soud(en) / moge(n) p(re)tendere(n) in derthie(n) carolusg(ulden) tsjaers pepandt / gestae(n) hebben(de) op zeker huijs binne(n) antwerpe(n) en(de) / nu affgeleeght Item zulle(n) de selve gehuijssche(n) de(n) / voers(creven) m(eeste)re(n) nicolase(n) en(de) cornelis(sen) laete(n) volge(n) de / v(er)loope(n) van ontrent nege(n) en(de) een halff carolusg(ulden) / erffel(ijck) inde kempene(n) v(er)schene(n) zedert de(n) jaere / lxviii beloeven(de) de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) soe verre / bij hem oft ijemand(en) anders in zijn(en) name(n) van(den) selve(n) / v(er)loope(n) ijet op gehaeve(n) ware tselve he(n) te restituere(n) / en(de) remboursere(n) geloeven(de) oijck de voers(creven) m(eeste)r / lieve(n) meganck de(n) voers(creven) zijne behoude kindere(n) op te / legge(n) en(de) supplere(n) tgene des zij min inde voers(creven) / kempen(en) jaerl(ijcx) ontfange(n) sulle(n) dan zij jaerl(ijcx) sulle(n) / moete(n) betale(n) den godtshuijse van leliendale voe(r) / seker pensioe(n) te lijve van jouff(rouw)e elizabet beke(n) / binne(n) de(n) selve(n) goidtshuijse gep(ro)fesseert en(de) dat zoe / lange en(de) ter tijt toe zij int heffe(n) ende profitere(n) / zulle(n) wese(n) van(den) voers(creven) xxxv rinsg(ulden) opde voers(creven) state(n) / en(de) nijet langer ende geloeft de zelve meganck / te doe(n) cessere(n) en(de) te nijeuwte doe(n) alsulcke / obligatie van drije hondert ponde(n) arthois eens als / m(eeste)r adriae(n) meganck van hem m(eeste)r lieve(n) ende jouff(rouw)e / catlijn(en) weldam zijne huijsfrouwe onderheeft ende / de zelve obligatie te levere(n) in hande(n) des voers(creven) / m(eeste)rs cornelis oft nicolaes beke(n) zijn(en) zwager sulle(n) / oijck de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) zijn(en) huijsvr(ouwe) de voers(creven) / kindere(n) late(n) volge(n) hen quote en(de) (con)tinge(n)t he(n) (com)peren(de) / in drije bondere(n) lants gelege(n) ond(er) heverle d(aer) toe / de voers(creven) p(ar)tije(n) adviseurs sulle(n) kiese(n) en(de) neme(n)
//
die hun die(n) aengaen(de) sulle(n) verlijcke(n) en(de) verclare(n) / wat de(n) voers(creven) kindere(n) d(aer) inne is (com)peteren(de) oft / nijet mits alle(n) de(n) welcke(n) geloefte(n) cessie(n) en(de) / transporte(n) soe oijck de voers(creven) m(eeste)r cornelis ind(en) / voers(creven) qualiteijt en(de) hem als voe(r) sterckmaken(de) / de(n) voers(creven) m(eester) lieve(n) zijn(en) schoonvader in hande(n) te / levere(n) en(de) te laete(n) cassere(n) alsulcke obligatie(n) / als bij hen gehuijssche(n) gegeve(n) zijn de(n) voers(creven) heere(n) / en(de) m(eeste)r nicolase(n) weldam ter cause(n) van affgequete(n) / rinte(n) tot berghe(n) opd(en) zoom en(de) oijck te doe(n) cassere(n) / alsulcke geloefte(n) van te doene reken(inge) bewijs / en(de) reliqua vand(en) administratie die hij m(eeste)r lieve(n) / zoude moege(n) gehadt hebbe(n) over de goed(en) des v(oer)s(creven) / m(eeste)r niclaes en(de) jouff(rouw)e margriete beke(n) schelden(de) / alsoe de voers(creven) m(eeste)r cornelis qualitate et / no(m)i(n)e quib(us) sup(ra) de(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) zijn(en) huijsvr(ouwe) / van(den) voers(creven) administratie volcomel(ijck) quijte gelove(nde) / de selve heure(n) erve(n) en(de) naecomelinge(n) daer voer / binne(n) oft buijte(n) rechte directel(ijck) noch indirectel(ijck) / bij hen oft ijemand(en) anders te moije(n) oft vexere(n) sed / semp(er) war(as) erga quoscu(m)q(ue) et sat(is) no(m)i(n)e et qualitate / si quid min(us) hinc inde obligan(do) et submitten(do) necnon / renu(n)c(iando) in forma amplissima cor(am) winde maelcote / julii x[a]
//
hier nae volgen(de) en(de) ierst te weten(e) dat de / voers(creven) m(eeste)r lieve(n) meganck noch sijn(en) huijsvrouwe van(den) / voers(creven) haere kindere(n) ne(m)mermeer eijssche(n) doen oft / laete(n) eijssche(n) en sulle(n) bij he(n) oft ijemande(n) and(ers) binne(n) / oft buijte(n) de(n) rechte eenich rembourssem(ent) oft reco(m)pens / tzij in gereede(n) penn(ingen) rintsgewijns oft anderssins van / tgene des bijde(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) meganck en(de) zijn(en) / huijsvr(ouwe) tzij in penn(ingen) oft anderssints tot behoeff van / alime(n)tatie onderhoudenisse oft in eenige andere / saecke(n) en(de) affaire(n) van(den) selve(n) kindere(n) gedebourseert / verleeght
//
en(de) renu(n)tieren(de) zijn van alsulcke tocht als haerlied(en) / gehuijssche(n) es compteren(de) in vijffendertich carolusg(ulden) / erffel(ijck) vallen(de) jaerl(ijcx) halff in martio en(de) halff in / septembri opde state(n) slants van brab(an)t int quartier / van bruessele(n) dijs zal de voers(creven) m(eeste)r cornelis / de resteren(de) vijffthie(n) car(olus) g(ulden) die hen de voers(creven) / gehuijssche(n) uuijt de voers(creven) vijfftich rinsg(ulden) erffel(ijck) / die alnoch reserveren(de) zijn jaerl(ijcx) schuldich zijn aen(den) / rentm(eeste)r oft ontfange(r) van(den) voers(creven) state(n) int / voers(creven) quaertier te maene(n) en(de) inne te haele(n) / en(de) de(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) sijne(n) huijsfrouwe / over te leggen(e) en(de) betaelen(e) ond(er) behoerl(ijck) acquijt / en(de) quitan(tie) welcke voers(creven) tocht van(den) voers(creven) xxxv / car(olus) g(ulden) der voers(creven) gehuijssche(n) met co(n)sente als / voe(r) de(n) selve(n) voers(creven) kindere(n) mits dese(n) zijn / cederen(de) en(de) transporteren(de) met volle(n) rechte / constitueren(de) te dije(n) eijnde de zelve kindere(n) / en(de) m(eeste)r cornelis(se) middelborch voers(creven) p(ro)cure(ur)s in rem / p(ro)priam in dese(n) nochtans merckel(ijck) ondersproke(n) / en(de) geconditioneert dat de voers(creven) kindere(n) de / voers(creven) xxxv car(olus) g(ulden) des(er) cessie nijet tegenstaen(de) / nijet e(n) sullen oft geniete(n) te(n) zij m(eeste)r jasp(er) roeloffs / ontfanger va(n)d(en) bede(n) int quaertier van loeven(en) / Ierst en(de) voe(r) al aen(den) v(er)loope(n) vand(en) voers(creven) / rinte van vijfftich carolusg(ulden) in martio xv[c] / tweentseventich stilo brab(antie) voe(r) ee(n) halff v(er)schen(en) / en(de) alnoch te v(er)schijne(ne) v(er)haelt en(de) opgebuert / sal hebbe(n) alsulcke hond(er)t en(de) viertich car(olus) g(ulden) / als de selve m(eeste)r lieve(n) hem schuldich en(de) / te(n) achter is sulle(n) de voers(creven) gehuijssche(n) als / voere affgae(n) cedere(n) en(de) transportere(n) affgaen(de)
//
cederen(de) en(de) transporteren(de) mits des(er) tot behoeff / als voe(r) hu(n)ne tocht die zij p(re)tendere(n) in eene / rinte van drijentwintich carolusg(ulden) staen(de) bepant / op ee(n) huijs gestae(n) binne(n) der stadt van berghe(n) / opd(en) zoom Item die tocht die sij gehuijssche(n) soud(en) / moge(n) p(re)tendere(n) in derthie(n) carolusg(ulden) tsjaers pepandt / gestae(n) hebben(de) op zeker huijs binne(n) antwerpe(n) en(de) / nu affgeleeght Item zulle(n) de selve gehuijssche(n) de(n) / voers(creven) m(eeste)re(n) nicolase(n) en(de) cornelis(sen) laete(n) volge(n) de / v(er)loope(n) van ontrent nege(n) en(de) een halff carolusg(ulden) / erffel(ijck) inde kempene(n) v(er)schene(n) zedert de(n) jaere / lxviii beloeven(de) de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) soe verre / bij hem oft ijemand(en) anders in zijn(en) name(n) van(den) selve(n) / v(er)loope(n) ijet op gehaeve(n) ware tselve he(n) te restituere(n) / en(de) remboursere(n) geloeven(de) oijck de voers(creven) m(eeste)r / lieve(n) meganck de(n) voers(creven) zijne behoude kindere(n) op te / legge(n) en(de) supplere(n) tgene des zij min inde voers(creven) / kempen(en) jaerl(ijcx) ontfange(n) sulle(n) dan zij jaerl(ijcx) sulle(n) / moete(n) betale(n) den godtshuijse van leliendale voe(r) / seker pensioe(n) te lijve van jouff(rouw)e elizabet beke(n) / binne(n) de(n) selve(n) goidtshuijse gep(ro)fesseert en(de) dat zoe / lange en(de) ter tijt toe zij int heffe(n) ende profitere(n) / zulle(n) wese(n) van(den) voers(creven) xxxv rinsg(ulden) opde voers(creven) state(n) / en(de) nijet langer ende geloeft de zelve meganck / te doe(n) cessere(n) en(de) te nijeuwte doe(n) alsulcke / obligatie van drije hondert ponde(n) arthois eens als / m(eeste)r adriae(n) meganck van hem m(eeste)r lieve(n) ende jouff(rouw)e / catlijn(en) weldam zijne huijsfrouwe onderheeft ende / de zelve obligatie te levere(n) in hande(n) des voers(creven) / m(eeste)rs cornelis oft nicolaes beke(n) zijn(en) zwager sulle(n) / oijck de voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) zijn(en) huijsvr(ouwe) de voers(creven) / kindere(n) late(n) volge(n) hen quote en(de) (con)tinge(n)t he(n) (com)peren(de) / in drije bondere(n) lants gelege(n) ond(er) heverle d(aer) toe / de voers(creven) p(ar)tije(n) adviseurs sulle(n) kiese(n) en(de) neme(n)
//
die hun die(n) aengaen(de) sulle(n) verlijcke(n) en(de) verclare(n) / wat de(n) voers(creven) kindere(n) d(aer) inne is (com)peteren(de) oft / nijet mits alle(n) de(n) welcke(n) geloefte(n) cessie(n) en(de) / transporte(n) soe oijck de voers(creven) m(eeste)r cornelis ind(en) / voers(creven) qualiteijt en(de) hem als voe(r) sterckmaken(de) / de(n) voers(creven) m(eester) lieve(n) zijn(en) schoonvader in hande(n) te / levere(n) en(de) te laete(n) cassere(n) alsulcke obligatie(n) / als bij hen gehuijssche(n) gegeve(n) zijn de(n) voers(creven) heere(n) / en(de) m(eeste)r nicolase(n) weldam ter cause(n) van affgequete(n) / rinte(n) tot berghe(n) opd(en) zoom en(de) oijck te doe(n) cassere(n) / alsulcke geloefte(n) van te doene reken(inge) bewijs / en(de) reliqua vand(en) administratie die hij m(eeste)r lieve(n) / zoude moege(n) gehadt hebbe(n) over de goed(en) des v(oer)s(creven) / m(eeste)r niclaes en(de) jouff(rouw)e margriete beke(n) schelden(de) / alsoe de voers(creven) m(eeste)r cornelis qualitate et / no(m)i(n)e quib(us) sup(ra) de(n) voers(creven) m(eeste)r lieve(n) en(de) zijn(en) huijsvr(ouwe) / van(den) voers(creven) administratie volcomel(ijck) quijte gelove(nde) / de selve heure(n) erve(n) en(de) naecomelinge(n) daer voer / binne(n) oft buijte(n) rechte directel(ijck) noch indirectel(ijck) / bij hen oft ijemand(en) anders te moije(n) oft vexere(n) sed / semp(er) war(as) erga quoscu(m)q(ue) et sat(is) no(m)i(n)e et qualitate / si quid min(us) hinc inde obligan(do) et submitten(do) necnon / renu(n)c(iando) in forma amplissima cor(am) winde maelcote / julii x[a]
Nagekeken door: Inge Moris , Agata Dierick , Dieter Peeters , Agata Dierick
Moderator: Agata Dierick
Laatste update:: 2013-06-11 door Inge Moris