Van die van doerne/ Navolgende der t(er)minacien die voe(r)maels biden rade d(er) stat/ van loeven openbaerlic uutgesproken en(de) get(er)mineert es vande(n)/ gemeynen broeke van doerne bi diest gelijc die steet en(de)/ begrepe(n) is int boeck van xxxiiii opte(n) yerste(n) dach van/ decembr(is) So sijn e(n)nich vanden goeden liede(n) van doerne wed(er)/ comen bid(er) stat hen opdoende dat de vors(creven) t(er)minacie niet/ gehouden en wordt en(de) dat de beemde grachten vande(n) beemde(n)/ niet geslicht en worden gelijc de selve t(er)minacie inheeft/ en(de) begrijpt So dat uut dien een deel vande(n) vors(creven) goede(n)/ lieden van doerne bid(er) stat bescreve(n) worden om dat sij/
//
also d(er) stat aenbracht waert hae(r) grachte(n) niet en slichten opte(n)/ dach van heden daer beyde de p(ar)tijen [te weten] elkerlijc van hen hae(r)/ bescheit opdeden en(de) dat aengehoert t(er)mineerde wed(er) de raet/ vand(er) stat dat sij bleven bi alsulk(er) t(er)minancien als voe(r)maels/ get(er)mineert was en(de) datmen die voldoen soude cor(am) py(n)noc/ waute burg(i)mag(is)tris (et) q(uam) plu(r)ib(us) aliis de consilio anno/ xiiii[c] xxvii me(n)sis maii die decima