It(em) de voirs(creven) h(er) jacob heeft den voirs(creven) pensionaris(en) in meerder vestich(eit)/ der voirs(creven) lijfrenten in handen gesett en(de) gelevert met rechte voe(r)/ den vorste(re) en(de) poirters h(ier) na genoemt de juwelen h(ier)na bescr(even)/ Te weten drie zilve(re)n schalen van div(er)sen fantchoene ende/ derthien zilve(re)n lepele wegende [all] tsamen vier marck min vijf/ yngelsche troysche om den voirs(creven) pensionaris(en) en(de) trecht en(de) dinhoudt/ der voirs(creven) lijfrenten [en(de) scepen(en) brieve] namails hebbende de selve lijftocht en(de) di(n)houdt/ der voirs(creven) brieve d(aer)aen te moegen nemen en(de) v(er)reycken zo wanneer hen/ gelieft en(de) zij d(aer)af in gebreke zijn En(de) de voirs(creven) lijftocht v(er)storven/ gequeten oft verpandt zijnde zo selen de voirs(creven) juwelen den/ voirs(creven) h(er) jacoppen volgen zo v(er)re die d(aer) voe(r) niet geexequeert en/ zijn cor(am) putte(re) for(estario) (et) d(i)c(t)is scab(inis) t(am)q(uam) scabinis (et) opidanis/ junii ii