[It(em)] also te meer stonden en(de) op heden biden raide vander stad alh(ier) gehoirt es m(ar)griete/ va(n) meertshoven die marte was diericks wilen va(n) erpe cust(er)s ts(in)te g(er)truyden te/ lov(en) welcke m(ar)griete met den executeurs vanden testame(n)te desselfs wilen/ diericks opgedaen hebben hoe de selve margriete na den voirs(creven) diericken/ bleven es met vijf jonghen kynde(re)n in groter schult en(de) laste die zij/ gheenssins volleisten en can noch den vervallen(en) huyskens te baten gecomen/ zonder de weerde van xii peters te moeghen trecken van alsulke(n) gelde/ alse opten wissel steet gecomen vanden vercoope van eenen huysken(en) na/ den voirs(creven) diericken gebleven en(de) bijden voirs(creven) testamenteurs and(er)wile v(er)cocht/ Dair op de raid vander stad gelett heeft oft beter wae(r) ten orbe(r) vanden/ voirs(creven) kynde(re)n dande(r) huyskene noch niet v(er)cocht te vercopen oft tvoirs(creven)/ gelt te desen male ter noet behoef voirger(uert) der voirs(creven) m(ar)grieten te/ laten volghen Ende want de stad verstaet dat tvercopen vanden over/ gebleven(en) huyskens niet geringhe noch wel vueghlic mids dat zij quaet/ en(de) malcanders ond(er)pandt zijn en soude konnen geschien so es inde(n) rade/ vand(er) stad na goede delibe(r)acie en(de) gevolge ov(er)dragen en(de) geco(n)senteert der/ selv(er) m(ar)grieten en(de) den vors(creven) testame(n)teurs dat zij vanden vors(creven) gelde opten/ wissel also staen(de) te des(er) tijt zullen moegen trecken ten orbe(r) vors(creven) xii/ pet(er)s Act(um) in c(ommun)i (con)silio p(re)sidentib(us) g(odefrido) roel(ofs) sub(stitu)[to] (et) hoeven burg(imagistro) (et) aliis/ in (con)silio f(eria) vi aug(usti) xi